Voor het eerst in mijn leven ben ik lopend naar mijn werk gegaan en kan ik tussen de middag thuiskomen. Ik ben begonnen in Ekwendeni Mission hospital en het bevalt goed. Ik voel me erg welkom en het is leuk om bij een team te horen. Drie keer per week beginnen we de dag samen met al het pesoneel en ook patienten in een soort kapel: zingen, bijbellezing, meditatie, gebed en mededelingen. Volgens de matron (verpleegkundig directeur) merk je hierdoor een groot verschil in motivatie.
Mijn eerste werkdag in Ekwendeni Mission Hospital, uitgezwaaid door Martijn, Thomas en Marije. |
Maar ik vond het ook lastig deze week. Er is echt een groot gebrek aan alles lijkt het wel. Ik ben begonnen op de maternity (verlosafdeling en couveuseafdeling). Ik schat dat er in Nederland zeker met tien keer zoveel personeel gewerkt wordt. Dat is wel even wennen. Als je ziet hoeveel taken de verpleegkundigen hebben, kun je het ze niet kwalijk nemen dat ze niet overal aan toe komen. (Voor de medici: bij een pre-eclampsie patient, met onderdruk 130 bij binnenkomst, wordt hier twee keer per dag de bloeddruk gemeten...) Vaak is er ook niemand om me te helpen met vertalen. Dat is in elk geval een extra stimulans voor mijn Tumbuka. Nchivichi chamusuzgani?
En daarbij is er een groot gebrek aan essentiële medicijnen. Aan het begin van de week was er geen oxytocine (middel o.a. tegen bloedingen bij bevallingen) en vandaag lag een patient al op de operatietafel en was ik bijna klaar om te beginnen met een keizersnede, toen bleek dat er geen infuusvloeistoffen waren. Dus moest de operatie worden afgeblazen en moest de patiënt alsnog naar een ander ziekenhuis worden gebracht.
Ik weet dat ik nog moet wachten om mijn oordeel te geven over zulke situaties en eerst proberen te begrijpen wat de oorzaken van deze problemen zijn, maar je handen jeuken om zelf extra medicijnen te gaan regelen.
Vooraf is afgesproken dat ik drie dagen zou werken, zodat ik er ook nog voldoende voor Thomas en Marije kan zijn. Die twee dagen thuis vond ik (gekgenoeg?) moeilijk. Ik stond echt in tweestrijd om toch aan het werk te gaan toen Thomas net zei dat hij het zo leuk vond dat ik thuis was. Dat deed me ook wel erg goed. Er is altijd genoeg werk te doen in het ziekenhuis, maar waar leg je de grens? Wat dat betreft is het ook goed om de verwachtingen van jezelf niet te hoog te stellen. Ik kan niet één twee drie alle problemen in het ziekenhuis op komen lossen.
Ondertussen heeft Thomas deze week een speelkameraadje gevonden in ons buurmeisje Thalia, van vier jaar. Ze spelen echt leuk samen en Thomas kletst vrolijk tegen haar in het Nederlands. Waarschijnlijk gaat zei eerder Nederlands spreken dan hij Tumbuka. We zullen het zien. Hij vraagt nu al telkens of ze morgen ook weer komt.
Thomas heeft een speelkameraadje. Ze vinden elkaar erg interessant |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten