dinsdag 27 januari 2009

Marije beter en jarig: feest voor ons allemaal

Marije is een jaar geworden en ze is gelukkig weer helemaal beter. We zijn er erg blij om en dankbaar voor. Het deed ons goed om zoveel meeleven te ervaren. Het ziek-zijn kostte haar en ons veel energie. Daarnaast merkten we dat de vele nieuwe indrukken op ons werk en daarbuiten ook wel wat van ons vroegen.

Daarom was het heerlijk om er een aantal dagen tussenuit te gaan. We moesten toch nog naar Lilongwe omdat onze spullen daar inmiddels zijn aangekomen, een half jaar nadat ze bij ons in Delft waren opgehaald. Martijn moest bij de douane een handtekening komen zetten om te zorgen dat de dozen naar Ekwendeni mogen worden gebracht.

We hebben het nuttige met het aangename verenigd en bezochten een bevriend gezin in Nkhoma, iets ten zuiden van Lilongwe. We kennen hen nog uit 2004 toen we daar drie maanden hebben gewerkt. Het deed ons erg goed om warm te worden ontvangen en uitgebreid met hen te kunnen spreken.

Hieronder nog wat foto's van de reis en het verblijf:

IMG_0560
Marije is jarig en kan weer lachen. Onderweg naar Nkhoma.
image
We hebben een mooie route langs het meer gereden en hebben onderweg ter ere van Marijes verjaardag ergens lekker gegeten.
IMG_0584
Een prachtig uitzicht over het meer.
MVI_0607
Na een lange reis werden we warm ontvangen bij de ter Haars. Zingen en een verjaardagstaartje voor onze jarige.
image
Samen op de schommel
IMG_0610
Genieten van een glijbaan, een mooie tuin en andere kinderen.

vrijdag 16 januari 2009

Ik geniet van mijn werk

Afgelopen woensdagmiddag had ik een interessante bespreking met de centrale afdeling die verantwoordelijk is voor het zondagschoolwerk in de kerk waarvoor ik werk. De kerk heeft zo'n 150 gemeenten die elk zelf weer op meerdere plekken samenkomen. In de meeste van die plekken wordt zondagschool gehouden, meestal voorafgaand aan of tijdens de zondagse dienst. De Sunday School Department is ervoor verantwoordelijk dat die zondagscholen goed draaien.

  image
  In uniform op weg naar mijn werk...

Het probleem waar ze mee worstelen is dat in de meeste gemeenten de zondagschool helemaal niet leeft: het is een ondergeschoven kindje. De meeste kerkenraden vinden het voldoende dat er zoiets als een zondagschool bestaat, maar besteden er weinig aandacht en nog minder middelen aan. Eén van de belangrijke taken van de centrale afdeling is dan ook om te zorgen dat de zondagschool hoger op de agenda van de gemeente komt. Immers: wie de jeugd heeft, heeft de toekomst.

Maar hoe doe je dat, zorgen dat kerkenraden daar meer aandacht, goede mensen en geld voor vrijmaken? Er zijn nu eenmaal zoveel dingen die de aandacht vragen in een gemeente. En financieel gezien worstelen de gemeenten al hard genoeg om voldoende geld bij elkaar te schrapen om hun bijdrage aan de centrale organisatie van de kerk te voldoen...

"Is het dan niet slimmer om juist de ouders het belang van de zondagschool aan te laten kaarten, van onderaf?" vroeg ik. Maar dat was iets te simpel gedacht. Of anders gezegd: het gebrek aan aandacht voor de geloofsopvoeding van kinderen is niet alleen een probleem op het niveau van kerkenraden, maar ook een probleem in de gezinnen. Een probleem dat nog gecompliceerd wordt door het feit dat de kennis van het christelijk geloof bij de ouders meestal ook niet heel diep gaat (alleen al omdat zij in het verleden ook alleen maar op een niet goed draaiende zondagschool hebben gezeten).

Ik merk dat ik me ontzettend bevoorrecht voel en het ook ontzettend leuk vind dat ik gevraagd word over deze vragen mee te denken. Het zijn vragen die direct het geloofsleven in de gemeenten in de dorpen raken. Ik heb natuurlijk ook geen "oplossingen", maar probeer vooral te helpen om het denkproces te structureren en goede vragen te stellen.

En vóór dit gesprek met de zo'n beetje de jongste en kleinste afdeling van de kerk had ik 's ochtends om tafel gezeten met de directeur van één van de grootste afdeling van de kerk, die voor HIV/AIDS. Dat gesprek ging over mijn projectvoorstel voor het maken van een nieuw langetermijnplan voor die afdeling. Twee heel verschillende afdelingen, maar één kerk. Dat soort dagen geniet ik enorm van mijn werk.

  image
  Marije zondag toen ze nog niet ziek was.

Ondertussen is het hier in huis een beetje een gekke week geweest omdat Marije weer ziek is geworden. Waarschijnlijk een aggressief virus, want ze is er nu al 4 dagen behoorlijk ziek van met hoge koorts. De malariatest was negatief en volgens een expert heeft ze als ze Lariam slikt weinig kans op malaria. Het lastige is om in te schatten wat de goede behandeling is: het Nederlandse medicijn voor virusinfecties is vooral "geduldig wachten" en "symptomen bestrijden (met paracetamol)". In de Malawiaanse context zou ze allang in het ziekenhuis zijn opgenomen en via een infuus een cocktail aan antibiotica en antimalaria-middelen krijgen. Om maar op zeker te spelen. En dat is ook wat we voordurend van alle kanten horen als advies.

We houden het vooralsnog op een mix van beide benaderingen: Marije is gewoon thuis, maar is wel op een malaria- en antibioticakuur. Beide werken niet echt (wat ded virustheorie bevestigt), maar we merken dat we nu langzamerhand wel graag wat verbetering zouden willen zien in haar situatie. We hopen daarop en bidden daarvoor.

En dan hieronder nog weer wat foto's van afgelopen week.

   image
  Afgelopen weekend bezochten we het gedeeltelijk ingestorte huis-in-aanbouw van mama Ellen.
  image
  Bouwen zonder cement (1 zak cement kost een kwart maandsalaris).
  image
  Rondom Ekwendeni zijn veel huizen met pannendaken te vinden omdat er 10 jaar geleden een project heeft gedraaid voor "pro poor, low cost housing".
  image
  Anneke mag een viool lenen. Thomas wilde gelijk ook weer zelf - net als in Nederland - op de viool 'zingen'.
  image
  We mogen tijdelijk de stoere auto van een bevriend Iers echtpaar-op-verlof lenen. Hier gaan 'de mannen' er samen op uit.

zaterdag 10 januari 2009

Het echte werk is begonnen

Voor het eerst in mijn leven ben ik lopend naar mijn werk gegaan en kan ik tussen de middag thuiskomen. Ik ben begonnen in Ekwendeni Mission hospital en het bevalt goed. Ik voel me erg welkom en het is leuk om bij een team te horen. Drie keer per week beginnen we de dag samen met al het pesoneel en ook patienten in een soort kapel: zingen, bijbellezing, meditatie, gebed en mededelingen. Volgens de matron (verpleegkundig directeur) merk je hierdoor een groot verschil in motivatie.

  image
  Mijn eerste werkdag in Ekwendeni Mission Hospital, uitgezwaaid door Martijn, Thomas en Marije.

Maar ik vond het ook lastig deze week. Er is echt een groot gebrek aan alles lijkt het wel. Ik ben begonnen op de maternity (verlosafdeling en couveuseafdeling). Ik schat dat er in Nederland zeker met tien keer zoveel personeel gewerkt wordt. Dat is wel even wennen. Als je ziet hoeveel taken de verpleegkundigen hebben, kun je het ze niet kwalijk nemen dat ze niet overal aan toe komen. (Voor de medici: bij een pre-eclampsie patient, met onderdruk 130 bij binnenkomst, wordt hier twee keer per dag de bloeddruk gemeten...) Vaak is er ook niemand om me te helpen met vertalen. Dat is in elk geval een extra stimulans voor mijn Tumbuka. Nchivichi chamusuzgani?

En daarbij is er een groot gebrek aan essentiële medicijnen. Aan het begin van de week was er geen oxytocine (middel o.a. tegen bloedingen bij bevallingen) en vandaag lag een patient al op de operatietafel en was ik bijna klaar om te beginnen met een keizersnede, toen bleek dat er geen infuusvloeistoffen waren. Dus moest de operatie worden afgeblazen en moest de patiënt alsnog naar een ander ziekenhuis worden gebracht.

Ik weet dat ik nog moet wachten om mijn oordeel te geven over zulke situaties en eerst proberen te begrijpen wat de oorzaken van deze problemen zijn, maar je handen jeuken om zelf extra medicijnen te gaan regelen.

Vooraf is afgesproken dat ik drie dagen zou werken, zodat ik er ook nog voldoende voor Thomas en Marije kan zijn. Die twee dagen thuis vond ik (gekgenoeg?) moeilijk. Ik stond echt in tweestrijd om toch aan het werk te gaan toen Thomas net zei dat hij het zo leuk vond dat ik thuis was. Dat deed me ook wel erg goed. Er is altijd genoeg werk te doen in het ziekenhuis, maar waar leg je de grens? Wat dat betreft is het ook goed om de verwachtingen van jezelf niet te hoog te stellen. Ik kan niet één twee drie alle problemen in het ziekenhuis op komen lossen.

Ondertussen heeft Thomas deze week een speelkameraadje gevonden in ons buurmeisje Thalia, van vier jaar. Ze spelen echt leuk samen en Thomas kletst vrolijk tegen haar in het Nederlands. Waarschijnlijk gaat zei eerder Nederlands spreken dan hij Tumbuka. We zullen het zien. Hij vraagt nu al telkens of ze morgen ook weer komt. 

  image
  Thomas heeft een speelkameraadje. Ze vinden elkaar erg interessant

dinsdag 6 januari 2009

"Hoe wonen mensen in Malawi eigenlijk?"

Zoals gezegd in ons vorig weblog-stukje, heb ik van Frederick Chirwa, onze watchman, toestemming gekregen om foto's van zijn huis op internet te zetten.

  image
  Het nieuwe huis van de familie Chirwa.
  image
  Het huis binnen.

Mr. Chirwa heeft een gezin met 6 kinderen, 3 jongens en 3 meisjes, in de leeftijd van 16 tot 3 jaar. De meeste Malawianen wonen hun een eigen huis en een eigen stuk land. Dat eigen huis heeft Frederick ook in zijn geboortedorp, Embangweni. Maar hij werkt nu in Ekwendeni en moet dus een huis en land huren.

Het huis dat hij huurt is behoorlijk representatief voor de huizen hier in de buurt. Het is een huis aan de onderkant van het middensegment: niet superklein en met een pannendak in plaats van gras en riet. Iets luxer dus, maar als het hard regent, lekt het nog wel in de woonkamer. Ook ontbreken enkele glazen in de ramen, maar de eigenaar heeft beloofd die binnenkort te zullen vervangen.

  image
  De eigenaar heeft beloofd "binnenkort" nieuwe ruiten te plaatsen...

Voor dit huis betaalt hij ongeveer 15% van zijn maandsalaris aan huur per maand (ter vergeljking: zijn vorige, verwoeste huis was anderhalf keer zo groot, had een golfplaten dak en kostte hem ruim 30% van zijn maandsalaris).

De meeste huizen hier hebben geen electriciteit en geen stromend water. Frederick heeft geluk dat één van zijn buren wel stromend water heeft: hij mag bij hem water tappen en betaalt daarvoor een bedrag per maand.

  image
  De keuken.

Het huis bestaat van binnen uit een woonkamer en 2 slaapkamers (1 voor de ouders, 1 voor de kinderen) plus een bergruimte. De keuken is een apart gebouwtje. Mensen koken hun eten op een houtvuurtje. Het menu bestaat uit 2x per dag maispap met groenten en tomatensaus. De familie Chirwa eet 1 keer per week vlees of gedroogde vis. Over melk of melkproducten hoor ik mensen zelden. Dat is luxe.

  image
  Het kippenhok.

Net als veel andere Malawianen houdt Mr. Chirwa zijn eigen kippen en een haan. Bij ons bezoek kregen we een kip en 5 eieren cadeau. (Hij heeft 's avonds de kip voor ons geslacht en gevild; hij wist dat wij dat niet zelf konden. Ik heb wel meegekeken, maar ga het nog steeds niet zelf doen...)

Overigens moet je hier goed op je kippen passen, want ze worden regelmatig gestolen. Frederick vertelde ons dat hij de afgelopen maanden 10 jonge kippen daardoor is kwijtgeraakt. Hij verdenkt zijn voormalige buren... 

  image
  Toiletgebouwtje naast het huis.

Het toilet van de familie Chirwa is een pit-latrine (een mooi woord voor een gat in de grond). Het is een apart gebouwtje in de hoek van de tuin.

  image
  Mais en tabak in de tuin van de buren van Mr. Chirwa

De meeste mensen verbouwen mais op hun eigen land. En uiteraard is de tuin om het huis niet voor "het mooi", maar om nog meer mais of groenten te verbouwen. Sommige mensen wagen zich ook aan tabak. Rondom het huis van de Chirwa's is nauwelijks extra grond; alles is van de buren.

Mr. Chirwa huurt daarom ongeveer 1 hectare aan grond op een andere plek om mais te verbouwen. 1 hectare levert hem, bij gebruik van kunstmest, ongeveer 24-30 zakken van 50 kg aan mais op. Dat is ruim voldoende voor zijn gezin (een gemiddeld gezin gebruikt 1-2 zakken per maand).

Zonder kunstmest, zoals afgelopen jaar, levert 1 hectare maar ongeveer 8 zakken op. Als je zuinig bent is dat genoeg voor juni t/m december/januari. Hij vertelde mij dat zijn mais ongeveer in de derde week van januari op zal zijn. Daarna zal hij mais moeten kopen op de markt. En dan heeft híj nog het geluk dat hij een baan heeft. Voor mensen zonder baan breekt de hongertijd aan. Maanden met 1 maaltijd per 2 tot 3 dagen...

maandag 5 januari 2009

Noodweer in Ekwendeni

Vorige week kreeg ik de vraag: "Kunnen jullie niet eens wat foto's plaatsen van hoe mensen in Malawi eigenlijk wonen?" We gaan graag in op dat soort verzoeken. Een belangrijk doel van onze uitzending is immers ook om te zorgen dat we mensen in Nederland uitleggen wat er speelt in Malawi.

Ik heb aan onze watchman - Frederick Chirwa - gevraagd of we bij hem thuis wat foto's mochten maken om die op internet te publiceren. Hij gaf zonder aarzelen toestemming.

Maar om te beginnen waar we vorige week eindigden: de gevolgen van het noodweer van vorige week dinsdag. 400 huizen in Ekwendeni zijn toen in meer of mindere mate verwoest.

  image
  De gevolgen van het noodweer van 30 december 2008 voor het huis van Frederick Chirwa, onze watchman

Eén daarvan was dus het huis van onze watchman, hierboven op de foto. Hij had de nacht ervoor dienst gedaan bij ons, maar was 's morgens ook nog een paar uur aan het werk geweest op zijn land om pinda's te planten. Toen het noodweer rond twee uur 's middags startte, lag hij bij te slapen. Zijn vrouw was bezig met koken. De kinderen speelden om het huis.

Hij vertelde: "Ik werd wakker toen het dak begon te kraken. Toen de eerste golfplaten eraf vlogen (inclusief mijn fiets die aan één van de plafondbalken hing!), ben ik zo snel mogelijk met mijn vrouw en kinderen naar buiten gevlucht. De stukken van het dak kwamen tot 20, 30 meter ver van het huis terecht. Na de eerste schrik en toen het wat veiliger leek, ben ik weer naar binnen gegaan om te proberen om zo veel mogelijk spullen te redden van de regen door ze in het ene stuk van het huis te brengen waar nog een dak op zat."

"Uiteindelijk viel de schade mee: één van mijn radiocassettespelers en twee wandklokken zijn stuk gegaan. Ook ben ik een week aan maismeel kwijtgeraakt. En natuurlijk was alles kleddernat. Maar de meeste dingen hebben we goed kunnen drogen."

Mr. Chirwa huurde het huis dat nu grotendeels verwoest is en is dus niet verantwoordelijk voor de reparatie. De eigenaar van het huis kan de reparatie echter niet betalen. Dus is de familie Chirwa nog dezelfde dag naar een ander huis verhuisd.

Inmiddels is de noodhulp in Ekwendeni op gang gekomen. Vrijdag 2 januari kregen de getroffen gezinnen van de overheid ter compensatie 1 zak mais van 50 kg (genoeg voor een maand eten voor een gezin), 5 kg erwten, 5 plastic borden en bekers en een waterkan. Tegelijk werd aangegeven dat er geen geld was om de herstelwerkzaamheden aan de huizen te financieren. De eigenaar van het huis kreeg dus helemaal niets en ook andere mensen zullen dus moeten improviseren om een dak boven hun hoofd te krijgen.

  image
  Met de familie Chirwa op inspectie bij hun oude huis.
  image
  De restanten van een slaapkamer.
  image
  Eén van de oorzaken: sporen van houtrot in de plafond-balken.
  image
  De huiskamer.