dinsdag 29 december 2009

Kerstvakantie

We doen deze week rustig aan. Op 25 en 26 december vierden we Kerst. Op de 27e was Anneke jarig. Gisteren zijn we een dagje weg geweest naar Livingstonia, één van de historische missieposten in Malawi, ongeveer 2.5 uur rijden hier vandaan.

De rest van de week werken we halve dagen en gebruiken de rest van de tijd voor (administratieve) klussen in en om het huis. En daarnaast proberen we een jaarverslag op papier te zetten.

Aan het eind van de week komen Erik en Naomi de Jonge, vrienden van ons uit Nkhoma (in het midden van Malawi), om oud- en nieuw te vieren. Met hen zullen we ook nadenken over een thema voor een conferentie die we begin mei 2010 hopen bij te wonen. We denken eraan om iets te doen dat past binnen het kader van de viering dat het 100 jaar geleden is dat in Edinburgh een grote zendingsconferentie werd gehouden die van grote invloed is geweest op de ontwikkeling van het denken over zending en de uitvoering van zending.

Hieronder een paar foto’s voor een indruk van de afgelopen dagen.

  image
  De regentijd is nu echt begonnen, een maand later dan gebruikelijk. Een grote opluchting voor de mensen hier.
  image
  Eerste kerstdag: diner met Reinder en Colinda Bil bij ons thuis
  image
  Thomas speelt nog altijd graag met vliegtuigen.
  image
  Marije houdt van kaarsjes uitblazen. Hier probeert ze van een meter afstand de lichtjes van de kerstboom uit te blazen.
  image
  Tweede kerstdag: diner met ons in-en-om-het- huis-personeel.
  image
  27e december: Annekes verjaardag. Ze heeft een fiets gekregen. Met name om Thomas mee naar school te brengen. We hebben een kinderzitje laten maken. Dat heb ik vandaag geplaatst.
  image
  Thomas en Marije genieten van het fietsen.
  image
  Watervallen bij Livingstonia
  image
  Uitzicht op het meer vanaf het Livingstonia-plateau.

zaterdag 26 december 2009

Hoe vieren mensen in Malawi Kerst?

Kerst begint met de kerstnachtdienst. Die doet zijn naam eer aan en duurt tot diep in de nacht. Het is een afwisseling van koren, gedichten, samenzang en meditaties. De liederen die gezongen worden door de koren zijn veelal eigen composities, maar in de samenzang komen alle bekende kerstliederen langs: Komt allen tezamen, Eer zij God in onze dagen, enz. Uiteraard wel in het Chitumbuka.

Op 25 december is er ‘s morgens een kerkdienst die officieel om half negen begint. Wij waren er deze keer klokslag half negen, want het zou een gecombineerde Engels/Chitumbuka dienst zijn (normaal hebben we hier twee kerkdiensten ‘s ochtends, één in het Engels, één in het Chitumbuka). We dachten dat we vroeg moesten zijn omdat we anders geen zitplaats zouden hebben. Om half negen was er echter nauwelijks nog iemand te bekennen. Om negen uur begon het er een beetje op te lijken en rond half tien begon de dienst echt.

Helaas hadden de koren na de lange nacht ‘s morgens zichzelf vrijaf gegeven. Aan de andere kant zorgde dat ervoor dat we zelf veel kerstliederen konden zingen. Thomas en Marije genoten er ook van. De preek ging erover dat Kerst zonder Christus geen feest kan zijn.

In tegenstelling tot wat je misschien zou verwachten heeft Kerst in Malawi ook een commerciële kant. Natuurlijk is het veel minder dan in Nederland en het begint ook lang niet zo vroeg. Toch was het donderdag heel erg druk in de winkels met mensen die kerstinkopen aan het doen waren. Want Kerst betekent ook hier: een luxe kerstdiner. Luxe betekent vaak: rijst met bonen en vlees en misschien een flesje coca-cola. Veel bedrijven geven hun werknemers deze ingrediënten in hun kerstpakket of anders een tegoedbon om die dingen zelf te kopen bij een lokale supermarktketen.

Maar verder gaat het gewone leven ook op eerste Kerstdag gewoon door. Mama Ellen vertelde ons dat ze ‘s middags gewoon hard aan de slag zou gaan op haar land om maïs te planten. De eerste echte regens zijn hier namelijk nu eindelijk gevallen. En voedselzekerheid heeft gewoon prioriteit. Zelfs al is het Kerst.

dinsdag 22 december 2009

Toch echt een ramp

“Eigenlijk valt het bestwel mee. Heb ik op het weblog niet overdreven?”, was mijn eerste gedachte toen we Karonga binnenreden. Ik was vanmorgen vroeg op pad gegaan samen met enkele leden uit het Synode-bestuur om het getroffen gebied te bezoeken. Ik verwachtte bij het naderen steeds meer ingestorte huizen te zien en op de rampplek ontredderde mensen die proberen huisraad uit de puinhopen te ruimen…

Maar dat was niet wat we zagen. Eigenlijk zag je niet zoveel op het eerste gezicht. In Malawi zien zoveel huizen er sowieso bouwvallig uit – voor Nederlandse begrippen. Dus dan valt niet elke scheur direct op. Maar na enkele uren te hebben rondgekeken op verschillende plekken en na met de mensen te hebben gesproken, was mijn conclusie: “Overdreven? Nee, dit is inderdaad precies wat ik schreef: een stille ramp”. Hieronder een beeldverslag met uitgebreide toelichting.

image
De eerste beelden bij aankomst: ingestorte muren bij een tankstation.
 image
Met daarachter een huis waarvan de muur gedeeltelijk is ingestort. De mensen bivakeren onder het afdakje ernaast, samen met de huisraad die ze uit hun huis hebben gehaald.
image
Vervolgens gingen we door naar het huis van een getroffen gepensioneerde predikant. De zijgevel was er aan één kant uitgevallen…
image
…en aan de andere kant staat dat op het punt te gebeuren.

Mensen leven in grote onzekerheid en angst, omdat de seismologen hebben aangegeven dat de aardkorst in het gebied nog steeds onrustig is. De schok van zondag was al de derde grote schok in twee weken. Bij elke schok ontstaan nieuwe scheuren en gaan er steeds meer huizen onderuit.
 
image
Daarom slapen mensen nu elke nacht buiten. In zelfgemaakte “tenten” van bamboe en riet. Mensen vertelden ons bang te zijn om opnieuw te moeten meemaken dat je huis ‘heen en weer gaat alsof je in een boot op het meer zit’.
image
Uiteraard bezochten we ook een aantal getroffen kerken. Ook hier was de schade groot. Variërend van omgevallen zijmuren…
image
…tot een ingestorte toren.
image
Maar in veel gevallen is de schade niet zo heel zichtbaar. Het gaat dan vaak om scheuren in muren. Maar wie kan zeggen hoe stabiel de muur dan nog is? Is het veilig om naast zo’n muur te slapen of school te houden of een kerkdienst?
Het komt erop neer dat het gebouw – ook al is het niet volledig ingestort – toch volledig onbruikbaar is geworden.
image
Wat kunnen we doen? We proberen er te zijn, mensen hun verhaal te laten vertellen en met ze te bidden.
image
Sommige mensen – de rijkere – hebben besloten om Karonga te verlaten en naar veiligere oorden te verhuizen. Ze willen niet nog een keer met een aardbeving worden geconfronteerd waarin al hun spaargeld in één klap op gaat.

Op de foto staat links Mr. Kabaghe over wie ik gisteren schreef. Hij vertelde me dat hij niet meer in zijn huis kan wonen en dat hij verwacht dat het bij de volgende beving helemaal instort. Hij was net drie maanden met pensioen. Hij is nu op zoek naar een huis in Mzuzu.
image
Voor de meeste mensen is verhuizen echter geen optie. Zij zullen verder moeten leven op hun huidige plek. Met scheuren in de muur. Zonder hoop op voldoende steun om hun huis goed te herbouwen. Met het risico dat het binnen nu en een paar jaar alsnog in elkaar stort.

Dat is wat ik noem een stille ramp: drie aardbevingen na elkaar zorgen voor honderdduizenden huizen vol verborgen gebreken zonder de mogelijkheid van een bouwtechnische keuring.

We hopen dat de mensen in Karonga en omstreken in elk geval snel weer rustig kunnen slapen. Zonder angst. Onder een veilig dak.

maandag 21 december 2009

Een stille ramp

Het is gek hoe dat werkt: een ramp wordt pas echt een ramp als je iemand kent die er persoonlijk over vertelt.

Tenminste zo ervaarde ik het afgelopen zondag. Ik zou ‘s morgens vroeg om 6 uur vertrekken om een kerkdienst bij te wonen in Karonga, zo’n 3 uur rijden hiervandaan. Een speciale kerkdienst waarin het strategich plan van de gemeente zou worden gelanceerd.

Zondagnacht werden we om kwart over één ‘s nachts wakker van een aardbeving. Heftiger dan de aardbevingen die we tot nu toe hier hadden meegemaakt (en die waren al zo heftig dat we niet wisten of we het huis uit zouden moeten rennen). Ik belde ‘s ochtends daarom ook eerst maar met Mr. Kabaghe, voorzitter van de planningscommissie op wiens uitnodiging ik zou komen. Ik vroeg hem hoe het ging. “We zijn langzaam aan het bijkomen”, vertelde hij. “Ik kan sinds vannacht niet meer in mijn huis wonen. Ik ben nu aan het kijken of we de kerkdienst door laten gaan, want de meeste mensen zijn toch vooral bezig met het verzorgen van gewonden en het opnemen van de schade. Ga voorlopig nog maar niet op pad.”

Toen ik hem een uur later weer belde, had hij meer informatie: “Het ziekenhuis ligt vol met gewonden. Er zijn 2 doden gevallen. En heel veel mensen zijn dakloos geraakt. Verder weet ik inmiddels dat de kerktoren van onze kerk is ingestort. En ook de muur om de kerk.”

We waren erg geschokt door dit bericht. Je realiseert je ineens hoe erg het is. Deze man is gepensioneerd. Heeft zijn levenlang hard gewerkt om in zijn eigen huis van zijn ‘oude dag’ te kunnen genieten. Huizen zijn hier de enige vorm van pensioenvoorziening: iedereen met een baan probeert in zijn geboortedorp een goed huis neer te zetten. Hoe meer je verdient hoe beter het huis zal zijn. Maar een aardbeving maakt geen onderscheid. En zo zijn meer dan honderdduizend mensen – naar het zich nu laat aanzien – de vrucht kwijt van jarenlang ploeteren. En geen verzekering of regering die een cent zal bijdragen aan de herbouw.

Morgen hoop ik Mr. Kabaghe op te zoeken. Ik ga met het Synode-bestuur naar de rampplek om ons meeleven te tonen. We kunnen niet veel meer doen dan dat.

Maar ondertussen is er nog heel veel nodig: voedsel en tenten met name.De hulpverlening komt maar heel traag op gang. Om de een of andere reden wil de regering het gebied maar niet tot rampgebied verklaren. Zit vast een ingewikkeld politiek verhaal achter, maar ondertussen moeten wel honderdduizenden mensen buiten leven. In angst en onzekerheid: “Wanneer komt de volgende klap?”. Want seismologen geven aan dat de aardkorst nog wel een tijd onrustig kan blijven.

Eigenlijk is het dan een stille ramp dat de aardbevingen ‘maar’ middelmatig krachtig zijn (5-6 op de schaal van Richter). Een hele grote aardbeving trekt altijd veel aandacht en hulp. Nu is het echter een hele serie van middelgrote aardbevingen die telkens een beetje meer schade veroorzaken. Langzaam wordt er steeds meer gesloopt, maar het aantal doden en gewonden is telkens relatief ‘klein’, zodat er weinig druk is om snel te reageren.

We hopen en bidden dat de aardbevingen verder uit zullen blijven en dat de mensen snel geholpen zullen worden. We zijn dankbaar voor de wetenschap dat op vele plekken op deze wereld meegebeden is en meegebeden wordt.

woensdag 16 december 2009

Kinderarbeid

Malawi was pas geleden in het nieuws omdat bekend was geworden dat er heel veel kinderen werkzaam zijn in het plukken van tabak. Daarbij lopen vele van hen nicotine-vergiftiging op: een dag plukken staat gelijk aan het roken van 50 sigaretten!

Kinderarbeid is in Malawi nog een veel voorkomend verschijnsel. En dan praten we niet over kinderen die op het land moeten helpen in het zaai- en oogstseizoen. Dan praten we over echt werk. Voor echt geld (of juist niet…).

Onderliggende oorzaak voor kinderarbeid is natuurlijk armoede. Vaak zien ouders geen andere manier om rond te komen dan hun kinderen uit werken te sturen. Maar daarbij speelt ook een rol dat ouders en kinderen geen belang hechten aan onderwijs.

“Waar is dat nu eigenlijk goed voor? Kun je meer verdienen of een betere baan vinden door je basisschool af te maken? Je kunt beter vroeg trouwen of een bedrijfje proberen te beginnen…” En ik geef ze eigenlijk niet eens ongelijk: banen zijn heel schaars in Malawi en voor de meeste mensen op het platteland een onbereikbaar ideaal.

Maar op de langetermijn en voor het land als geheel is het natuurlijk erg schadelijk als maar 50% van de kinderen de basisschool afmaakt. Iets wat nu het geval is.

Vorige week hielp ik Rev. Mughogho, de directeur van de jeugd-afdeling, met het maken van een financieringsvoorstel voor een project op het gebied van de bescherming van kinderen tegen allerlei vormen van uitbuiting.

De kerk wil zich graag inzetten voor de zwakkeren in de samenleving. Concreet gaan we drie dingen doen (als de financiering inderdaad wordt toegekend):

  1. We willen ouders bewust maken van de pijn die ze hun kinderen doen met kinderarbeid. Daarbij willen we de kinderen zelf aan het woord laten, bijvoorbeeld door ze hun situatie te laten uitbeelden in een drama-stuk dat ze opvoeren voor de gemeenschap.
  2. We willen psycho-sociale hulp bieden aan kinderen die slachtoffer zijn van kinderarbeid of andere vormen van uitbuiting. Om niet afhankelijk te zijn van schaarse sociale werkers van de overheid, willen we dit doen door geschikte jongeren uit de lokale kerkelijke gemeenten op te leiden om met kinderen in gesprek te gaan.
  3. We willen een bijdrage leveren om oorzaken van kinderarbeid weg te nemen, bijvoorbeeld door ouders te helpen om hun land meer te laten opbrengen zodat kinderarbeid niet meer nodig is om het inkomen aan te vullen.

Het is de bedoeling dat we nu hiermee starten in twee gemeenten. Daar willen we leren hoe we deze benadering kunnen laten werken. Dan willen we het programma in alle 170 gemeenten introduceren.

Ambitieus? Ja, maar als je klein denkt, zal het nooit groot worden.

maandag 7 december 2009

Thomas voor het eerst naar school

Een nieuwe fase voor ons als gezin. Thomas is vandaag voor het eerst naar school gegaan. We vonden het best spannend hoe het zou gaan. Een paar maanden geleden moest hij er niets van weten en was hij erg afwerend naar andere kinderen toe. In redelijk korte tijd is dat zomaar veranderd en kreeg hij steeds meer zin in school. Wij zien dat echt als een gebedsverhoring.

Gisteravond toen we hem vroegen wat hij ging leren, zei hij zonder er over na te hoeven denken “presentaties”. Als het aan hem ligt kun je daar niet vroeg genoeg mee beginnen. En verder wil hij Pietje Puk leren lezen. Daarna wordt hij overigens timmerman.

Vanmorgen (om half zeven) gingen we hem met ons allen wegbrengen. Heel dapper liep hij in zijn uniform – met vouw in zijn broek – en glimschoenen naar school. Bij het afscheid moest hij even huilen. Vanavond in bed vertelde hij me dat hij zich toen zo ‘zonder’ voelde. Maar verder was het heel goed gegaan. Toen wij hem op kwamen halen zat hij gezellig met de andere kinderen op de mat. Eigenlijk wilde hij nog niet weg. Hij was ook verontwaardigd dat hij morgen niet weer mag. We willen hem om te beginnen maar drie keer per week brengen. En verder was hij ook wel een beetje teleurgesteld dat hij nog niet had leren schrijven.

  IMG_0339
  Thomas’ klasje
  IMG_0343
  Pepernoten eten bij ‘tea time’.
  IMG_0353
  Een trotse vader met een grote zoon.

“Ik heb zo’n zin om naar school te gaan…”

  image
  Zondagavond: statieportret in schooluniform.
  image
  ‘s Morgensvroeg (6.40u) net voor vertrek nog even een foto op de veranda.
  image
  En dan eindelijk op weg.
  image
  Een kwartiertje later zijn we bij ‘Wukani Silverheights’, Thomas’ school.
  image
  Ontvangst in het kantoortje van de ‘headmaster’. Thomas mag speelgoed uitzoeken.
  image
  Iets meer spanning net voor we hem achterlaten.

Vooral de stilte valt op als ik thuis kom. Normaal hoor ik altijd Thomas bezig op de achtergrond. Bezig met motorrijden, eten koken, bomen om zagen, struiken kaal plukken. En natuurlijk de onontkoombare onenigheden met zijn zusje over speelgoed dat hij nu net wilde gaan gebruiken…

Thomas is naar school. Zijn eerste schooldag. Hij heeft er weken naar uitgekeken. Hij wil graag groot zijn en is er trots op dat hij nu eindelijk naar de school mag waar zijn vriendjes Gomezgani, Tahila en Beauty ook naar toe gaan. Hij mag nu nog niet in hun klas – zij zitten één groep hoger – maar “als ik hard leer, dan mag ik ook bij Gomezgani”.

Ik heb zo’n zin in naar school gaan”. Natuurlijk was hij ook reuzentrots op zijn uniform. Sinterklaas heeft zijn uitrusting dit weekend aangevuld met een paar zwarte schoenen en een drinkbeker. Zondagavond moest alles alvast zorgvuldig in zijn rugtas worden gedaan: twee schriften, een potlood, een pen, een drinkbeker met water en een doosje met wat te eten voor in de pauze. Net als de andere kinderen. De beker moest wel wat leger, want anders werd de tas te zwaar.

Ik heb zo’n zin in naar school gaan”. We waren er erg blij mee. We hadden er niet op durven hopen drie maanden geleden. Toen was het voortdurend “Ik leer wel thuis lezen”, “Ik hoef niet naar school”. Nu kon hij niet wachten. Toch blijft het spannend voor ons en ik had me niet gerealiseerd  dat ouders bij de eerste schooldag waarschijnlijk net zo zenuwachtig zijn als hun kinderen. Zal het goed gaan? Zal hij het naar zijn zin hebben? Voelt hij zich veilig? Wukani Silverheights is een kleine Engelse school met in de nursery – Thomas’ klas – twee leerkrachten op misschien tien, vijftien kinderen. Maar hij blijft wel het enige blanke kind op de hele school. We hopen en bidden dat hij zich er snel thuis zal voelen.

Ik heb zo’n zin in naar school gaan”. Een beetje grootspraak natuurlijk ook. Uiteraard waren er tranen bij het vertrek, maar we hebben wel vertrouwen in de headteacher: ze werkt al twaalf jaar op deze school en heeft heel wat kinderen hun eerste schooldag ontvangen. Ik ben benieuwd hoe het zal gaan vanochtend. Gisteravond vertelde Thomas bij het op bed  leggen dat hij mij morgen bij het naar huis lopen wel zou vertellen wat de juffen hadden gezegd. Daar had hij veel zin in. We zullen het zien.

donderdag 3 december 2009

Telkens weer geraakt door HIV/AIDS

Het is doodstil in de kerk. Ik hoor alleen het geluid van een haan die kraait. Die trekt zich niets aan van de één minuut stilte.
Om de week hebben we in Ekwendeni een dagopening met alle afdelingen van de kerk: het ziekenhuis, de HIV/AIDS afdeling, de Theologische Hogeschool, het Leken Trainingscentrum, de zondagschool-, evangelisatie, ontwikkelings- en jeugdafdeling. Omdat het AIDS memorial day was, mocht de HIV/AIDS afdeling de opening leiden. Mphatso, de directrice van deze afdeling had enkele verzen uit Lucas 4 als tekstgedeelte gekozen. “…to preach good news to the poor……release the oppressed…”. Een parallel van het tekstgedeelte tijdens onze uitzenddienst. Vervolgens vroeg ze zich af hoe we als kerk aan deze opdracht gehoor geven. En denk dan niet bij de kerk aan de dominee, maar aan jezelf. Ze deelde ook dat ze nog dagelijks de pijn voelde van dat haar zusje veel te jong was overleden aan de gevolgen van AIDS. In de minuut stilte was er voor iedereen genoeg om over na te denken. Iedereen is op zijn minst affected door HIV/AIDS.

Ik besluit om extra aandacht te geven aan een vrouw met HIV en tuberculose, die al enkele weken is opgenomen en nauwelijks opknapt. Ze lijkt haar hoop te hebben verloren, nadat ze een kind aan AIDS verloor. Ik wil dat we als team samen met haar vechten.

De week ervoor zag ik dagelijks een vrouw op de private ward met een ernstige infectie. Zij was de vrouw van een bekend iemand in Ekwendeni, waarvan ook algemeen bekend was – maar het werd wel gefluisterd - dat hij aan AIDS was overleden. Deze vrouw ontkende alles en wilde niet getest worden. Na lange gesprekken met de verpleegkundige heeft ze het toch gedaan en ze bleek positief. Tot mijn verbazing was ze de dag daarna veel opgewekter. Kennelijk had dat zwaard al lang boven haar hoofd gehangen en was het beter te weten dan te vrezen. Nu kon ze direct met HIV-remmers beginnen. Toen ik haar ontsloeg danste ze al zingend door de kamer. De verpleegkundige en ik deden mee. Een mooi moment.