“Monire, mwafumbanana….” Uitgebreid beginnen we met groeten en ons voorstellen. Wij zijn met ons vieren: De administrator, de hoofdverpleegkundige, een clinical officer en ik. Zij zijn met ongeveer twintig mensen. In het begin is de atmosfeer gespannen. Daarna slaat het om naar begrip en uiten van verdriet.
Ik was verbijsterd toen een moeder na een ruggenprik een hartstilstand kreeg en onder mijn handen overleed. De eerste maternal death van dit jaar in ons ziekenhuis. Het overlijden van een verder gezonde moeder is vreselijk. Terwijl de anaesthesist reanimeerde heb ik snel nog een keizersnee gedaan en gelukkig leefde het babietje nog.
De dag erna kwam een hele vertegenwoordiging van de familie van de vader naar Ekwendeni om met ons te praten. Een warme gemeenschap die echt begaan was met het lot van het babietje en de vader. Zij moesten zich op hun beurt naar de familie van de overleden moeder verantwoorden. Het viel mij op dat het gesprek via een strak protocol verliep. In Nederland zouden we het anders doen, maar het was goed om te zien hoe bepaalde gebruiken hun waarde hebben. Dit protocol gaf richting en houvast aan het gesprek. De village head man deed namens hen grotendeels het woord. Nadat we uitgebreid hadden uitgelegd wat er was gebeurd en zij vragen hadden kunnen stellen, vroegen ze om hulp in de verzorging van het babietje. Het was mooi dat we met een gulle donatie voor kunstmelk die we recent hadden ontvangen de familie in ieder geval met de voeding op weg konden helpen. We merkten dat zo’n gesprek voor zowel ons als de familie goed was. Zij bedankten ons aan het eind. Daarna sloten we samen met gebed af.
De week erna houden we een maternal death audit. Met staff van verschillende afdelingen, zowel medisch als administratief kijken we uitgebreid naar factoren die mee zouden kunnen hebben gespeeld bij het overlijden van deze moeder. Daarmee hopen we zo’n situatie in de toekomst te voorkomen.