Deze volzin rolde vandaag uit de mond van Marije. Uiteraard een uitspraak vol jeugdige ouder-overschatting uit het genre “mijn vader is de sterkste van de hele wereld”. Tegelijk vat het wel goed samen waar we de afgelopen tijd druk mee zijn geweest.
Partners en andere afgevaardigden in de conferentie-zaal in Ekwendeni Hospital |
De afgelopen twee maanden ben ik (Martijn) bezig geweest met het nieuwe beleidsplan voor de afdeling gezondheidszorg van de kerk (waar 3 ziekenhuizen onder vallen). In dat kader was begin november een 3-daagse conferentie georganiseerd voor alle internationale partners. Het was niet voor het eerst dat ik een dergelijke conferentie moest leiden, maar het was wel voor het eerst dat ik het moest doen met een groep donoren erbij. En dan ook nog kritische donoren. Want de ziekenhuizen – en dan met name Ekwendeni – zijn de afgelopen jaren door een hele moeilijke tijd heengegaan. Donoren zijn nauw betrokken geweest bij het zoeken naar oplossingen voor de crises, maar ze werden in de afgelopen twee jaar vaak teleurgesteld in het gebrek aan communicatie en het (vermeende) gebrek aan daadkracht van het toenmalige management.
Nu zijn er sinds mei dit jaar op een aantal posten nieuwe leidinggevenden benoemd, inclusief een nieuwe “directeur gezondheidszorg” waaronder nu alle 3 de ziekenhuizen vallen. Die zijn daadkrachtig aan de slag gegaan met vernieuwingen op allerlei fronten, onder andere dus ook met een nieuw meerjaren-beleidsplan. De conferentie was bedoeld om de partners en donoren de plannen uit te leggen en hun steun te vragen.
Maar in feite was het belangrijkste onderliggende doel van de conferentie om het vertrouwen terug te winnen. Vertrouwen aan beide kanten.
Dat betekende voor mij dat ik in de inhoudelijke besprekingen ruimte moest creëren voor het herstellen van relaties. Dat was nieuw voor mij en ook wel spannend.
Ik ben dankbaar voor de manier waarop de conferentie is verlopen. We waren bij elkaar met zo’n 50 mensen, waaronder 12 vertegenwoordigers van internationale partners, vertegenwoordiging van het ministerie van gezondheidszorg, het dagelijks bestuur van de kerk, en natuurlijk mensen vanuit de ziekenhuizen. Gedurende de drie dagen groeide een gezamenlijk begrip van de stappen die gezet moeten worden in de komende jaren en de prioriteiten daarin. De sfeer was open en positief, ook al werden er soms harde noten gekraakt.
Als ik terugdenk aan de driedaagse, staan een aantal prachtige beelden als blijvende herinneringen op mijn netvlies:
1. Bijbelstudie
Ik zie de deelnemers die met elkaar in kleine groepen geanimeerd in gesprek zijn een bijbelgedeelte en samen zoeken naar kernwoorden voor sleutelthema’s. We begonnen elke dag met een uur à anderhalf uur bijbelstudie over een relevant thema: “Waarom is de kerk betrokken bij gezondheidszorg?”, “Wat zegt de bijbel over leiderschap?”, “Wat zegt de bijbel over partnership?”. Achteraf gezien was dit heel belangrijk. Het bracht de deelnemers terug bij de gezamenlijke inspiratie, bij de kern dat we samen, als kerken en christenen wereldwijd, geroepen zijn om de zieken en de zwakken te dienen. Als tekenen van Gods komende rijk.
Beleid maken kan heel snel een ‘technisch’ proces worden waarin we vooral onze professionaliteit, kennis en expertise naar voren laten komen. Maar we doen ons werk niet als elke willekeurig andere organisatie. We doen dit werk als kerk. Hoe kleurt dat onze keuzes, onze prioriteiten? Het zorgde ervoor dat
Partners worden geinterviewd. |
2. Luisteren naar elkaar
Ik zie mezelf aan het eind van dag 1 voor de groep staan. Ik vraag de Malawiaanse deelnemers: “Wat hebben jullie gehoord? Wat zeggen de partners over ons?”. De spanning in de zaal is voelbaar. Zojuist hebben de vertegenwoordigers van de ziekenhuizen de uitkomsten gepresenteerd van hun interviews met de internationale partners. Ik had ze aan het begin van de middag in twee-aan-twee gekoppeld aan de partners. Met een vragenlijst over wat goed was gegaan in het verleden, maar ook wat de diepste zorgen van de partners waren.
Met zweet op mijn rug probeer ik nu de pijnpunten eerlijk en open op tafel te krijgen. We konden natuurlijk wel voortdurend vriendelijk blijven kijken naar al de punten van kritiek die op de flipover stonden, maar er moest toch ook gelegenheid zijn om de gevoelens bij de woorden over te laten komen? En van onze kant moesten wij toch laten zien dat we echt gehoord en begrepen hadden wat de partners zeiden. Ik ben nog steeds heel dankbaar dat mijn Malawiaanse collega’s op dat cruciale moment op durfden staan en naar aanleiding van mijn vraag durfden uit te spreken – waar hun bazen en de kerkleiding bij waren – waar ze hadden gefaald en waar dat wat hen betreft aan had gelegen. Wat volgde was een open en eerlijk gesprek over frustraties over en weer, waarbij de toon toch altijd constructief bleef.
3. In de spiegel kijken
Ik zie de algemeen secretaris van de kerk omgekeerd op zijn stoel zittend de partners toespreken: “Wat ons betreft zijn jullie teveel gericht op het zakelijke ten koste van de relatie. Als we met z’n allen het gezamenlijk optrekken zo cruciaal vinden voor de relatie, dan moeten jullie hier niet alleen maar komen om projecten te evalueren, lijstjes af te vinken en financiële verslagen door te nemen. Dan moet er tijd zijn voor een gespek over het leven, over de dingen die ons motiveren. Dan moet er tijd zijn voor bijbelstudie. Plan je bezoeken daarop.” Hij slaat de spijker op de Westerse koppen. We praten over partnership, maar nemen vervolgens niet de tijd om relaties op te bouwen. Ik zie partners knikken en weet tegelijk dat het lastig zal zijn in de praktijk. De meesten van de aanwezigen hebben gezinnen en ze plannen hun veldbezoeken zo strak mogelijk zodat ze zoveel mogelijk partners in de beschikbare tijd kunnen ontmoeten. Toch is het goed om ons te realiseren welke compromissen we sluiten.
Ekwendeni Hospital doet het heel goed in medische prestaties. Op deze grafiek is te zien bijvoorbeeld te zien dat de moedersterfte in het ziekenhuis ver onder het landelijk gemiddelde ligt. |
4. Zelfvertrouwen
Tijdens de conferentie presenteerden we een analyse van de trends voor de medische en financiële presentaties voor Ekwendeni Hospital over de periode 2006-2012. Ik had daar met een aantal stafleden de weken ervoor hard aan gewerkt. Vanwege de financiële crisis had met name Ekwendeni geen goede reputatie. Maar met statistieken en analyses konden we laten zien dat dat onterecht was. Medisch gezien doet Ekwendeni het uitstekend. Financieel gezien bleek de crisis in 2008/2009 (14% verlies op een begroting van 745 duizend USD) grotendeels het gevolg van het meer-dan-normaal teruglopen van donaties van internationale partners en niet van mismanagement. Onze conclusie was: het personeel in Ekwendeni mag best met wat meer zelfvertrouwen naar buiten treden. Natuurlijk kan er van alles verbeterd worden, maar de basis is gewoon goed. Ik weet dat in elk geval Anneke blij was bij het zien van deze cijfers en bij het horen van de positieve indruk van de verbeteringen in het financieel management.
Samen bespreken op welke gebieden de partners de plannen van de ziekenhuizen kunnen ondersteunen. |
5. Toewijding
Aan het eind van de conferentie hield een vertegenwoordiger van Presbyterian Church in de USA, Frank Dimmock, een toespraak namens alle partners. Zijn eerste zin was: “Ik heb het even nagerekend: bij elkaar zijn we als partners hier met 250 manjaren aan samenwerking met de CCAP Synod of Livingstonia”. Dat vond ik één van de meest bijzondere uitspraken tijdens de conferentie. Het laat zien met wat een enorme toewijding en doorzettingsvermogen partners zich inzetten voor het werk van de ziekenhuizen. Het was al bijzonder dat al deze mensen 3 dagen uittrokken om met ons mee te denken. De 250 jaar lieten alleen maar zien dat dit onderdeel was van een nog veel langduriger betrokkenheid.
Bijzonder is dat: te weten dat we er niet alleen voor staan in onze strijd tegen HIV, tegen moedersterfte, tegen kindersterfte. Dat er via een diepe verbondenheid is met christenen wereldwijd. Die relatie heeft een veel diepere basis dan de succesvolle projecten die we samen doen. De basis is ‘de liefde van Christus drijft ons’. Dat is bemoedigend.
Op de laatste dag van de conferentie was ik aanwezig bij een uren-durende parallel-sessie van de partners waarin ze hun steun voor de verschillende onderdelen van het gezondheidswerk op elkaar afstemden. Ik was onder de indruk van hun bereidheid om hun vertrouwen uit te spreken in de nieuwe plannen er volop in mee te denken.
De dag eindigde in het donker. We hadden twee dagen op de generator gewerkt, omdat er geen ‘gewone’ stroom was. De generator dreigde nu oververhit te raken en die moest dus worden uitgezet. Bij het licht van zaklampen schreven we evaluaties en actielijsten. Een ‘reminder’ dat we toch echt in één van de armste landen van Afrika zijn. In Ekwendeni vergeet je dat soms.
Tijdens het afsluitende diner was iedereen blij en tevreden met de 3 dagen. Ik was vooral erg dankbaar dat het in zo’n goede harmonie was verlopen. Nu alleen nog de rapporten uitwerken, terwijl er nog een grote stapel vooruitgeschoven werk wacht…
Ontspannen
De week na de conferentie zijn we een lang weekend naar Nyika National Park (5 uur rijden ten noorden van Ekwendeni) geweest als gezin. Tot slot nog een paar foto’s daarvan:
Gezinsportret op Nganda-peak, het hoogste punt van Nyika (2600 meter) | |
Thomas had de laatste klim (200 hoogtemeters) zelf gedaan. | |
‘s Avonds lekker rond het kampvuur | |
En natuurlijk mooie dieren zien. |