donderdag 19 mei 2016

Een nieuwe start in de Wanangwa clinic

Onze droom is werkelijkheid geworden. De HIV kliniek, Wanangwa clinic genaamd, is geopend. God dank.

Voor mij begonnen het denken over deze kliniek drie jaar geleden toen ik van dichtbij de woede en verdriet zag die HIV in een gezin veroorzaakte (zie http://bewogenmetmalawi.blogspot.de/2013/04/een-woedende-moeder.html) Mensen met HIV hebben meer nodig dan alleen medicijnen. Ze hebben ruimte nodig. Ruimte voor hun verhaal. Ruimte voor behandeling. Ruimte voor counseling en gebed.

En daarnaast wilden we ook dat kinderen een eigen plek zouden krijgen. Een plek waar ze graag komen en zich veilig voelen. Waar ze beetje bij beetje uitleg kunnen krijgen over hun ziekte.

We zijn dankbaar dat het gelukt is om met elkaar zo’n gebouw te realiseren. We hebben vaak vergaderd. Wat is er nodig om goede zorg te bieden? De architect Annette Bos is anderhalf jaar geleden langs gekomen en heeft het gebouw ontworpen. Er zijn veel mails de deur uitgegaan op zoek naar donoren. We zijn blij met de hulp van de kerk in Oud-Beijerland, Delft, de GZB, stichting Hofstee en stichting Jars of Clay en daarnaast de Presbyteriaanse kerk in Canada.

Een gebouw kan ons helpen om zorg te bieden voor de hele mens. Maar iedereen die in de kliniek gaat werken zal het echt moeten gaan doen: verpleegkundigen, clinical officers, counselors, secretaresses en schoonmakers.
Wananga clinic. Wanangwa betekent genade, vrijheid. We willen als missie ziekenhuis een plek bieden voor mensen met HIV waarin ze ervaren dat er genade is, een nieuwe start en een gezonde toekomst.

Een aantal foto’s geven weer hoe de dag was:


We zaten buiten aan de achterkant van de kliniek. De Moderator en General Secretary van de kerk en ook andere officals zoals de Chief van Ekwendeni waren er.





De Moderator mocht het lintje doorknippen.



Zakaliah Mphande, de clinical officer die al het werk rondom HIV coordineert, gaf een rondleiding.


Ondertussen werd er spontaan een koortje gevormd die lofliederen zong.



In de kinderkamer is er mooi speelgoed voor de kinderen, door verschillende kinderen gedoneerd.



Zelf mocht ik ook een speech geven.


Het gebouw is echt ruim en licht. Uniek.



Er werden ook twee drama stukjes gehouden over mensen met HIV.


Een tiener van de teen’s club hield ook een speech en een ander droeg een gedicht voor.



Joshua (links) en Zakaliah (rechts) zullen met anderen hier gaan werken. Zij zijn blij met ons nieuwe gebouw.


















dinsdag 8 maart 2016

Zending verbindt wereldwijd jeugdwerk


"Mijn droom? Dat jongeren geestelijk sterk staan."
"Mijn droom? Dat jongeren die niet meer komen, Jezus leren kennen."
"Mijn droom? Dat meer jongeren actief worden in het jeugdwerk."
"Mijn droom? Dat jongeren mee-beslissen in de kerk."
"Mijn droom? Dat de talenten van jongeren gebruikt worden in de gemeente."
"Mijn droom? Dat we zien dat God de bijdrage van jongeren in de kerk gebruikt om de kerk te laten groeien"
"Mijn droom? Dat jongeren ingeschakeld worden."
"Mijn droom? Dat we zulke aantrekkelijke programma's maken, dat meer jongeren toestromen."
"Mijn droom? Wijsheid komt met de jaren, zeggen ze. Maar jongeren delen toch ook in het priesterschap van alle gelovigen?"

Het is woensdagmorgen 2 maart 2016. Het jeugdwerk-team van de GZB is gisteren aangekomen en vergadert vandaag met het landelijk bureau voor jeugdwerk. We beginnen met kennismaken en het delen van onze dromen voor de jeugd en het jeugdwerk. Het is verrassend hoeveel overeenkomsten we zien. Kun je uit het lijstje hierboven aanwijzen welke droom van een Nederlandse en welke van een Malawiaanse jeugdwerker is?


Alleen al uit deze hele simpele exercitie concludeerden we twee dingen:
1. We hebben veel met elkaar gemeen in het wereldwijde jeugdwerk
2. Eén van de cruciale gemeenschappelijke vragen is: hoe zorgen we dat gemeenten jongeren een volwaardige plaats geven in alle facetten van het gemeentewerk?

Het GZB-team is op bezoek om een nieuwe vorm van samenwerking te starten met de presbyteriaanse kerk in Malawi. Samen met kerken in Rwanda en Zuid-Soedan mogen we het begin vormen van een netwerk waarin we gezamenlijk zoeken naar manieren om met elkaar te leren en van elkaar te leren over jeugdwerk wereldwijd.


In de dagen erna proberen we elkaars nieuwste bijbelstudie-methoden uit. We ontdekken dat we zowel in Nederland als in Malawi de afgelopen paar jaren op zoek zijn geweest naar activerende werkvormen en naar methoden die boodschap van de bijbel heel praktisch maken.

We denken na over manieren waarop je jeugdclubs en jeugdwerkers in de gemeenten kunt helpen met nadenken over hoe ze plaatselijk de jeugd het beste kunnen bereiken. We ontdekken dat we onafhankelijk een heel vergelijkbare aanpak hebben bedacht.



Op donderdag en vrijdag bezoeken we twee gemeenten om de methoden uit te proberen. Op donderdag blijkt dat de aanpak heel veel tijd kost. In plaats van 1 uur 's middags zijn we pas om 5 uur klaar. De volgende morgen zitten we heel vroeg weer om tafel om de methode bij te schaven voor we naar de tweede gemeente gaan.





Op zaterdagmorgen sluiten we de 4-daagse af. We zijn samen verrast en dankbaar over hoeveel we van elkaar en met elkaar hebben kunnen leren in vier dagen. Een veelbelovend begin.

Dit bezoek laat zien wat de potentie is van het netwerk van kerken dat de GZB de afgelopen jaren over de hele wereld heeft opgebouwd. De komende 4 jaar gaan we vormen zoeken om dat netwerk te versterken en in te zetten om te groeien in samen-geloven en samen-wereldkerk-zijn. In Malawi. In Nederland. In Rwanda. In Zuid-Soedan. En hopelijk nog veel meer andere plekken. Zending verbindt!

dinsdag 9 februari 2016

Elk kind telt

's Morgens na de overdracht ga ik zo snel mogelijk naar de kinderafdeling. Er zijn 12 nieuwe kinderen opgenomen en er liggen nu 36 kinderen op de afdeling. Op één kind met brandwonden en één met ondervoeding na, hebben ze allemaal malaria. Een aantal van hen zijn kritisch ziek. Vijf kinderen hebben een bloedtransfusie nodig. Kort nadat ik op de kinderafdeling ben vraagt een verpleegkundige me bij een kindje te gaan kijken. Het ademt niet meer.

In een week hebben we vier kinderen verloren, dat is vier keer zoveel als vorig jaar. Waar ligt dat aan? In tegenstelling tot het zuiden van het land, hebben wij dit jaar veel regen. Daardoor is er duidelijk meer malaria. Maar waar we andere jaren bijna geen sterfte hadden van malaria, hebben we dat nu wel. Moeders komen later met hun kinderen. Waarschijnlijk omdat ze geen geld hebben. Soms zijn ze nog wel eerst bij een gratis health center geweest, maar dit jaar heeft de overheid niet genoeg geld om deze health centers genoeg malaria middelen te geven. En waarschijnlijk speelt het ook een rol dat voor veel kinderen de voedingstoestand niet optimaal is omdat in veel plaatsen de mais op is.

Soms is een kind gewoon echt te ziek voor wat wij kunnen bieden. Maar soms hebben we denk ik gewoon gemist dat er een ernstige bloedarmoede of lage bloedsuiker was. Door overheidsbeleid zijn alle verpleegkundigen boven de zestig verplicht met pensioen gestuurd. Daarvoor in de plaats hebben we jonge, net afgestudeerde verpleegkundigen. Ze werken hard, maar missen nog de ervaring. En het helpt ook niet als vijf van onze zeven clinical officers een week op training zijn.

We kijken nu hoe we beter overzicht kunnen creëren om de ziekste kinderen eruit te kunnen pikken en hen nauw te volgen. En daarnaast te zorgen dat door het Grace Fund de ziekenhuiskosten van de armsten betaald kunnen worden. En ook dat er voeding is voor de meest kwetsbaren.

Elk kind dat overlijdt is er één te veel. Of dat nu een bootvluchteling is, een Nederlands kind of een Malawiaans kind. Vandaar dit stukje om Ishmael, Praise, Tiwonge en Tawonga niet te vergeten.