De afgelopen twee weken stonden voor mij (Martijn) in het teken van LISAP (Livingstonia Synod AIDS Programme), het HIV&AIDS programma van de kerk. In 2009 was het mijn eerste ‘opdracht’ om met deze afdeling een nieuwe beleidsplan te maken. De afgelopen weken ben ik met hen bezig geweest met een mid-term review van de resultaten. Deze week leidde ik een 3-daagse workshop op een locatie bij het meer. Met zo’n 20 mensen werkten we aan een intensief programma van terugblikken en vooruitkijken.
Groepsfoto |
Ik had de dagen (en nachten) daarvoor hard gewerkt aan een overzichtspresentatie van alle de resultaten. Al werkend raakte ik steeds meer onder de indruk van wat er in de loop van de jaren is opgebouwd. Het HIV&AIDS programma van de kerk bestaat al sinds 1994. Het startte rondom Ekwendeni Hospital met de thuiszorg voor (vaak doodzieke) AIDS-patiënten en de opvang van weeskinderen. Sindsdien is het programma steeds verder gegroeid, niet alleen geografisch, maar ook in de soorten zorg die worden geboden. Het werkgebied beslaat nu de hele noordelijke regio van Malawi (zo groot als Nederland) en de hele keten van activiteiten die in de HIV/AIDS-hulpverlening kunnen worden geboden: preventie, zorg voor patiënten, zorg voor familieleden, onderzoek en ontwikkeling.
De taak van de HIV&AIDS-afdeling is met name stimuleren en ondersteunen. Stimuleren dat lokale kerkelijke gemeenten zelf het initatief nemen om in hun gemeenschap aan de slag te gaan met de oorzaken en de gevolgen van HIV&AIDS. LISAP ondersteunt hen vervolgens met ideeën, kennis en vaardigheden.
Indrukwekkende cijfers
De inzet van LISAP en de lokale kerkelijke gemeenten leverde veel op. Om jullie een beeld te geven van de schaal van het werk een paar cijfers:
- Er zijn zo’n 3.300 groepen opgericht waarin vrijwilligers actief hun eigen dorpen ingaan voor voorlichting over HIV&AIDS, thuiszorg, kinder- en tienerwerk, en nog veel meer
- Bij deze groepen zijn 100.000 mensen betrokken onderleiding van zo’n 6.000 getrainde vrijwilligers
- Het programma ondersteunt deze groepen en vrijwilligers met 20 stafleden vanuit 3 kantoren in de regio en 1 hoofdkantoor in Ekwendeni. De stafleden verzorgen trainingen en bezoeken de groepen regelmatig om hen te begeleiden in het werk.
- Het programma heeft 8 actieve internationale partners die in 2011 samen 650.000 US dollar gaven om het werk mogelijk te maken
Er wordt dus vooruitgang geboekt. Dankzij alle voorlichting neemt het percentage van mensen met HIV langzaam maar zeker af (van 12% in 2008 naar 10.6% in 2011). Dankzij anti-retrovirale medicijnen is de sterfte door HIV enorm teruggedrongen. Er worden ook positieve resultaten geboekt om te zorgen dat HIV-positieve mensen niet meer gestigmatiseerd worden.
Openingsactiviteit op maandagavond: ‘gevoelsmatig’ verdelen van budget over soorten HIV&AIDS interventies. | |
Beeld van de groep later in de week. |
Geen gelopen race
Dat is heel positief, maar toch is het geen gelopen race. De epidemie groeit niet meer, maar wil ook nog niet echt dalen. Elk jaar krijgt Malawi er nog steeds bijna 80.000 HIV-patiënten bij, terwijl er maar 50.000 per jaar op behandeling gezet worden. Nog steeds worden er heel veel kinderen HIV-positief geboren. Kortom: er zijn op alle fronten maar met name op het vlak van preventie vernieuwingen nodig.
Het programma is op het vlak van vernieuwing met allerlei nieuwe ideeën aan de slag. Onder andere met een nieuw soort training gericht op gezinnen om hen te ondersteunen in het (opnieuw) opbouwen van een gezond en liefdevol huwelijks- en gezinsleven. Want uit onderzoek blijkt dat de meeste nieuwe HIV-patiënten komen uit ogenschijnlijk stabiele gezinnen.
Tijdens de werkconferentie hebben we nagedacht hoe we kunnen komen tot een goede mix van dit soort nieuwe (en oude) initiatieven om de epidemie een duw omlaag te geven. En we braken ons het hoofd over de vraag hoe we dat op een zo goedkoop mogelijke manier zouden kunnen doen. Want eigenlijk is het ondersteunen van de 3.300 groepen met slechts 20 stafleden al een onhaalbare zaak, laat staan als het werk nog verder groeit en zich nog meer verdiept. Eigenlijk moeten er gewoon mensen en geld bij, maar dat is er niet meer.
Want waar we qua resultaten praten over stappen vooruit, qua financiën is er voor HIV de afgelopen 3 jaar een grote stap terug gezet. HIV-werk is één van de grote slachtoffers van de global financial crisis. En dat merken we in Malawi aan alle kanten. Het budget van LISAP is tussen 2009 en 2011 met 45% afgenomen. In de praktijk betekent dat dat eenmaal gestarte groepen aan hun lot moeten worden over gelaten. Soms gaat dat goed, maar vaak ook niet. We werkten tijdens de workshop dus ook aan een plan om creatiever en (zelf)bewuster nationale en internationale fondsen te werven. Maar ook aan plannen om meer fondsen te mobiliseren in de lokale kerken en gemeenschappen zelf.
Intensieve discussies… | |
…met op de achtergrond Lake Malawi. | |
Resultaten: doelgroepen en strategieën |
Genieten – part 1
Het waren intensieve dagen en korte nachten. Ik heb ervan genoten. Het is inspirerend om met een groep gedreven mensen na te denken over wat de kerk kan bijdragen aan het oplossen van één van de grootste problemen van het land. De sfeer was open en ontspannen. Er werd druk en intensief gediscussieerd, maar ook gelachen. De meeste van die mensen ken ik inmiddels ook goed. Een heel aantal van hen wonen ook bij ons in de buurt. De directeur van de afdeling zit bij ons de bijbelkring. Ik noem het even om nog maar weer eens aan te geven dat hier in Malawi de sociale groepen van werk, privé en kerk elkaar veel meer overlappen dan in Nederland.
Onderbreking
Nog een laatste punt. Ondanks de overlap tussen werk en kerk is het ook hier lastig om geloof en werk te integreren. Met name bij de ‘professionele’ afdelingen is dat een issue. De focus is daar vaak toch snel: inhoudelijk goed werk afleveren. De discussies gaan over de inhoud, over de technieken en niet meer over de onderliggende motivatie en inspiratie. Tijdens de werkconferentie namen we daarom elke dag één tot anderhalf uur de tijd om in kleine groepjes in de bijbel op zoek te gaan naar antwoorden op vragen als: “wat zegt de Bijbel over behaviour change?” en “wat zegt de bijbel over ‘toerusting van vrijwilligers’?”. Ook die groepsbijbelstudies leverden mooie momenten op waarin we samen terug kwamen bij de kern van wat ons motiveert: het navolgen van Jezus in Zijn liefde voor mensen. We herontdekten dat het in ons werk niet zozeer gaat om het overdragen van kennis en vaardigheden en zelfs niet om het stimuleren van nieuw gedrag, maar om het overdragen van values, van kernwaarden: liefde, bewogenheid, zorg en aandacht. En zo verkondigen we dat er een nieuw Koninkrijk komende is, een Koninkrijk met nieuwe regels en nieuwe waarden.
Aantekeningen van de besprekingen van de bijbelstudies |
Genieten – part 2
Nou ja, dat was toch niet het laatste punt. Want dat is ‘thuiskomen’. Dat is altijd het leukste van weg zijn geweest. Zo mooi om Thomas, Marije en Ruth te zien dansen en springen bij de deur. Om hun enthousiaste verhalen te horen over hun belevenissen van de voorbije dagen. Ze hadden tekeningen gekleurd en er waren slingers om mijn stoel gedraaid. En na 3 dagen fish-and-chips was Annekes zelfgemaakte pizza een heerlijkheid, zelfs al viel de stroom (en dus de oven) uit en ook al was er geen water (omdat het ziekenhuis weer eens was vergeten om de waterrekening tijdig te voldoen).
Ik zou zeggen, geniet even mee met de onderstaande foto’s.
Ruth en Marije op de schommel | |
Ruth is vaak alleen thuis met mama Ellen: goed voorbeeld doet goed volgen… | |
Marije kan 3 maanden na haar verjaardag eindelijk haar Playmobil-prinsessenkasteel verven | |
Thomas viert koninginnendag met oud-Hollandse spelletjes bij juf Rianne. | |
Ruth ontwikkelt zich snel: wil de hele dag haar eigen schoenen aan en wil met haar eigen rugzak mee naar school. | |
En leest graag boekjes op haar eigen stoel. | |
Voor Neelke Vissers verjaardag waren we met twee gezinnen een dagje naar Vwaza National Park kijken naar nijlpaarden, visarend, krokodil, bavianen, zwijnen, kudus, impala, en (uiteindelijk toch nog!) olifanten… |