Vandaag, 21 september 2011, zou de dag zijn van nieuwe landelijke demonstraties tegen het beleid van de president. Ook al hadden de organisatoren dit keer het woord ‘demonstratie’ ingeruild voor ‘wake’ om associaties met de vorige gewelddadig verlopen demonstraties te vermijden. Net als op 17 augustus zijn de wakes echter op het allerlaatste moment afgeblazen. Of liever gezegd, omgezet in “huiswakes”: mensen zijn opgeroepen om thuis te blijven en te bidden voor het land.
Het had een sterk signaal kunnen zijn, ware het niet dat achter deze mooie woorden stuurloosheid en gebrek aan planning en coordinatie van de oppositie schuilgaan. Het gezamenlijke front van maatschappelijke organisaties dat zo sterk was tussen 20 juli (de eerste demonstraties) en 17 augustus (de afgelaste tweede ronde), is aan het verbrokkelen.
Dat die verbrokkeling zou gaan gebeuren was niet direct te voorzien. De start na 17 augustus was hoopvol. De CSOs (=Civil Society Organisations = organisaties van het maatschappelijk middenveld, d.w.z. kerken, vakbonden en mensenrechtenorganisaties) gingen gezamenlijk onderhandelen met een onderhandelingsdelegatie van de regering. Dit proces werd begeleid door een VN-gezant. Na een paar weken kwam deze onderhandelingen echter in een impasse, omdat de regeringsdelegatie geen mandaat had om toezeggingen te doen: de president kon alle afspraken nog vetoën en deed dat in een aantal gevallen ook. Verder bleef de president in publieke bijeenkomsten de oppositie kleineren (‘de grondwet zegt nergens dat ik verantwoording moet afleggen aan maatschappelijke groeperingen’), beschuldigen (‘jullie zijn uit op regime change’), uitschelden (‘Gajes, oproerkraaiers’ ) en bedreigen (‘I will smoke you out’, ‘ I am ready for war’ ). Over die ‘war’ and ‘smoke you out’ uitspraken moesten zijn ondergeschikten zich haasten om uit te leggen dat dat natuurlijk niet letterlijk was bedoeld. Maar niet iedereen vatte de subtiliteit van de presidentiële uitspraken: afgelopen week gingen 2 huizen en 1 kantoor van oppositieleiders in vlammen op. De daders zijn nog niet opgepakt, maar voor de oppositie is wel duidelijk wie er uiteindelijk achter zitten…
Kortom, er is geen sfeer van vertrouwen tussen regering en oppositie om onderhandelingen effectief te laten zijn. Je zou zeggen dat door bovenstaande acties de gezamenlijke ‘vijand’ voldoende zichtbaar bleef om de oppositie te verenigen. Toch verbrokkelde blijkbaar achter de scherm ook de samenhang in de oppositie. Want hoewel vorige week gezamenlijk het vertrouwen in de onderhandeling werd opgezegd, blijkt de afgelopen dagen de ene na de andere organisatie zich terug te trekken uit de demonstraties en de wakes.
Met terugwerkende kracht krijg je dan meer en meer bewondering voor de processen achter de schermen die ongetwijfeld in al die oppositiebewegingen in Arabische landen hebben plaatsgevonden: ook daar zal de oppositie geen eenheid zijn geweest en we zien nu hoe moeilijk het is om het front desondanks gesloten te houden.
Het is niet duidelijk wie hier nu leiding geeft aan het proces binnen de coalitie van oppositie-groepen. Wel is duidelijk dat er onenigheid is over de te volgen koers – doorgaan met dialoog of weer de straat op. Sterke leiding met groot moreel gezag zal nodig zijn om de oppositiepartijen te verbinden tot een groep waar de regering niet omheen kan. Het helpt waarschijnlijk ook niet dat een aantal sleutelfiguren zich om redenen van persoonlijke veiligheid in het buitenland moeten ophouden.
Ondertussen spelen de president en zijn nieuwe kabinet zeer effectief het spel van verdeel en heers, van ‘good guys’ en ‘bad guys’. De ene minister maakt de oppositie uit voor ‘opportunistische zakkenvullers’ (die onder het mom van ‘democratisering’ donor-gelden in hun eigen zak steken) of . De andere minister geeft aan dat de regering best wil overwegen om een aantal recente controversiële wetten te wijzigen (iets waarvan de president eerder altijd had aangegeven dat het niet aan de regering maar aan het parlement was om dat ter tafel te brengen). Hoewel op die manier onduidelijk blijft wat de regering echt wil, krijgt iedereen wel weer argumenten voor zijn eigen standpunt.
Door de telkens veranderende aanpak, merk je dat mensen op het grondvlak het vertrouwen aan het verliezen zijn. “Ah, everything will stay as it is.”, zei onze watchman gisteren toen ik hem vroeg naar zijn inschattting van de situatie. De sfeer deze dagen is gelaten, heel anders dan rond 17 augustus, toen iedereen gespannen was en bereid om de straat op te gaan om te zorgen dat de regering gaat luisteren.
We zullen zien hoe de situatie zich verder zal ontwikkelen. Van een afstandje bezien, denk ik dat de oppositie en demonstraties bestwel een duidelijk signaal hebben gegeven dat – misschien tegen heug en meug - op veel punten bestwel is opgepikt door de regering. Maar de kunst voor de oppositie zal zijn om de druk erop te houden en een manier te (her)vinden om als oppositie met één stem te spreken en een eenduidig plan van actie te communiceren. Anders gaat iedereen weer over tot de orde van de dag.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten