Deze week ging het erg goed met Thomas. Hij slaapt goed en - het belangrijkste nieuws - hij gaat weer het grootste deel van de ochtend alleen naar de crèche. We blijven nu alleen het eerste half uur bij hem. Bij het weggaan is het nog wel even huilen, maar dat werd gaandeweg deze week steeds korter. Heel bemoedigend.
Ook Thomas geniet van tante Huibke |
We zijn heel blij dat onze tijd op All Nations voor hem positief eindigt. Het was sowieso een goede leerervaring voor ons als gezin, maar het doet ons goed dat hij na zeven, acht weken zijn draai begint te vinden.We zien echt weer de 'oude' Thomas terug, vol initiatief en grapjes. Iemand vroeg: "Is dat dezelfde Thomas als een paar weken geleden?".
Hoogtepunt voor ons deze week was ook het bezoek van Huibke, Anneke's zus uit Zimbabwe. In twee dagen hebben we veel kunnen bijpraten en haar ervaringen uit Zimbabwe en onze ervaringen hier op All Nations kunnen delen. Gesprekken waarin theorie en praktijk bijelkaar komen en we elkaar ook konden bemoedigen. Goed ook om Marije voor het eerst aan haar te kunnen laten zien.
Het is erg leuk om Huibke weer te zien en Marije aan haar voor te kunnen stellen |
Als onderdeel van onze Enroute-cursus moeten we een onderzoek doen naar een onderwerp dat relevant is voor onze toekomstige werksituatie. In de laatste week moeten (mogen) we de resultaten daarvan laten zien aan onze medestudenten. Afgelopen weken - en ook deze week - zijn we druk bezig geweest met verzamelen van interessante informatie in de bibliotheek hier.
Zo onderzoekt Anneke bijvoorbeeld de houding van mensen in Afrika ten opzichte van ziekte en genezing. Al eerder schreef ze erover dat ziekte in Afrika nooit alleen iets 'medisch-technisch' is, maar ook altijd sociale en geestelijke kanten heeft. Ze probeert nu een aantal ideeën te ontwikkelen hoe je daar in het ziekenhuis op kunt inspelen. Bijvoorbeeld door in de diagnose niet alleen lichamelijk onderzoek te doen, maar ook te vragen naar familierelaties en de angsten van de patiënt in dat opzicht ("heeft één van mijn famlieleden een vloek over mij uitgesproken, waardoor ik nu ziek ben?"). Als arts, als buitenstaander is dat natuurlijk erg moeilijk, omdat je de sociale verhoudingen niet kent (de dorpsdokter weet dat soort dingen veel beter). Maar het is in elk geval een goede stap om naar de hele mens te gaan kijken en niet alleen naar zijn of haar lichaam.
We vinden het verrijkend om in deze weken de tijd te hebben om onze gedachtenwereld en onze visie te kunnen verbreden. De meeste van de ideeën die we opdoen zullen we de eerste paar jaren in Malawi zeker niet hardop noemen. Dan zullen we vooral bezig zijn om te zien hoe de praktijk werkt en hoe de mensen in Malawi zelf over hun ziek-zijn en over hun kerk denken. Pas als we dat een beetje weten, kunnen we misschien een aantal van onze gedachten uiten. We zijn benieuwd of die gedachten dan nog hetzelfde zijn als we ze nu aan het papier toevertrouwen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten