zaterdag 18 september 2010

Bezoek van Ineke en Henny

Deze keer geen stukje van Martijn en Anneke maar van hun gasten Henny en Ineke.

 
  Groepsportret

We logeren nu een week hier in Ekwendeni en we genieten er erg van om bij hen te zijn. Na een lange reis van ruim 12 uur met de bus vanaf Blantyre (zuiden van Malawi) kwamen we in Mzuzu (het noorden) aan waar Martijn op ons wachtte. Toen nog 20 km naar Ekwendeni en daar was het heerlijke weerzien met de hele familie. Een heerlijk diner bij kaarslicht stond voor ons klaar. We slapen in het guesthouse omdat het huis van Martijn en Anneke maar klein is. Geen probleem. Met ons zaklampje lopen we ‘s avonds een paar minuten naar het guesthouse. Mooi om de maan te zien en ontelbaar veel sterren. Ook zijn er heel andere vogelgeluiden en natuurlijk krekels.

Thomas en Marije zijn dol op verhaaltjes en dat komt goed uit, want wij genieten daar ook van. Thomas vraagt steeds: waarom? En als het verhaaltje iets anders voorgelezen wordt vraagt hij: staat dat er echt? Hij heeft deze week al examens gehad op school en dat terwijl de school nog maar 2 weken bezig is.Marije met haar lieve hoge stemmetje zegt: hier bent ik. Ze klom deze week op de tuintafel en viel er vanaf. Nu zit haar gezicht onder de schrammen.

 
  Voorlezen
 
  Op schoot zitten

We vinden het fijn om te luisteren naar de verhalen van Martijn en Anneke. Ze weten ons heel veel te vertellen over Malawi. Fijn om te zien hoe ze zich hier op hun plek voelen. Ze komen op mij heel relaxt over. Het gaat hier nogal eens anders als je gepland hebt. Afspraken die niet doorgaan. Er was deze week vaak ‘s avonds geen water. Ook zouden we dit weekend naar het meer gaan, maar er was geen diesel te koop.

We zijn met Anneke meegelopen in het ziekenhuis. Wat ben ik trots op haar. Ze spreekt met de patiënten in Toemboeka en is heel begaan. Een nurse noemde haar een blessing for the hospital. Als Anneke vertelt dat ik haar tante ben krijg ik nog een extra hand.

Wat een andere gezondheidszorg als in NL. Met veel minder mogelijkheden tot onderzoek en een veel kleiner assortiment aan medicijnen kunnen er gelukkig toch veel mensen geholpen worden. Maar ook zijn er veel zorgen en onmogelijkheden om te helpen. We genoten van de fijne dingen. Een moeder die haar zesde kindje verwachtte kreeg een drieling. Waar ze heel blij mee was. Wat zal ze het druk krijgen om 3 kinderen borstvoeding te geven. Ook was er een andere moeder die eerder 3 doodgeboren kindjes had en nu een levend kind kreeg. We waren ook ontdaan over dingen die niet goed gingen en konden daar fijn met elkaar over praten.

Vandaag zijn we naar Mzuzu geweest en hebben in een restaurant gegeten. Echt een uitje. Anneke komt soms weken niet uit Ekwendeni. Dan is de wereld maar klein. Wat is het fijn om nieuws uit NL te horen. Zo hoorden we deze week dat onze familie weer groter geworden is door de geboorte van Loïs.

Nu staat de appeltaart in de oven en morgen is onze laatste dag hier. Maandagmorgen om 6 uur hopen we hier weg te gaan en DV dinsdagmorgen eind van de morgen weer in Rotterdam te zijn.

Heerlijk om bij Martijn en Anneke te zijn. Om te praten, te delen, te zien waar ze wonen en werken, om de mensen te ontmoeten met wie ze omgaan.

Dankbaar zijn we voor deze tijd.

Hartelijke groeten uit Ekwendeni.

maandag 13 september 2010

Blijdschap

Te midden van al het ‘gewone’ nieuws van ons werken en leven hier in Malawi, hebben we ook nog ander, vreugdevol nieuws: wij verwachten een derde kindje in maart 2011. We zijn er erg blij mee en zien ernaar uit.

Tegelijkertijd is de verwachting voor ons niet zonder zorgen. Thomas en Marije zijn (veel) te vroeg geboren en hebben beide langere tijd in het ziekenhuis gelegen. Medisch gezien is de kans op herhaling groot.

Daarom heeft de gynaecoloog ons geadviseerd om al bij een zwangerschapsduur van 5 maanden naar Nederland te komen, zodat het verloop van de zwangerschap in de laatste maanden goed in de gaten gehouden kan worden. In Nederland kunnen bij tekenen van een mogelijke vroeggeboorte nog voorzorgsmaatregelen genomen worden die in Malawi niet voorhanden zijn. Bovendien zijn in Nederland veel meer mogelijkheden in de zorg voor te vroeg geboren kinderen.

Praktisch betekent dat, dat we al in november 2010 naar Nederland zullen terugkomen. Voor ons zijn dit dus best vreemde maanden omdat we nu maar tijdelijk hier zijn. Terwijl we in deze weken zoveel mogelijk voor ons werk willen doen, bereiden we ons ook tegelijkertijd weer voor op een verblijf in Nederland. We vinden het bestwel spannend hoe alles zal verlopen. Bovenal hopen we dat het met het kindje goed zal gaan en dat het niet veel te vroeg geboren zal worden.

Als alles goed gaat met het kindje en met Anneke hopen we eind april, begin mei 2011 weer terug te kunnen gaan naar Malawi.

In de tijd dat we in Nederland zijn, blijven we gewoon in dienst van de GZB. Martijn zal op afstand het werk in Malawi blijven begeleiden op het kantoor van de GZB. Als alles goed gaat met de zwangerschap, hoopt Anneke een aantal dagen aan de slag te kunnen gaan als arts. Als het mogelijk is, willen we voor Thomas en Marije graag een tijdelijke plek te vinden op een school en peuterspeelzaal. Al die dingen – naast huisvesting en andere praktische zaken – moeten nog in detail geregeld worden. Daarin zijn we erg blij met steun van onze thuisfrontcommissies.

maandag 6 september 2010

“Ik vond eigenlijk alles leuk…”

Toen ik (Martijn) rond 12 uur Thomas ging ophalen, bleek hij een hele goede ochtend te hebben gehad. Hij had maar “één tik” gehuild.

Daarna had hij leren rekenen, zo meldde hij. Ik begreep dat ze er gelijk stevig tegenaan gaan: de kinderen moesten op dag één maar gelijk alle getallen van 0 t/m 20 op het bord schrijven. Nu kan Thomas wel tot 20 tellen, maar ik zou er graag bij zijn als hij dat ook foutloos op het bord zou zetten. Ongemerkt om het hoekje kijken zal er echter niet in zitten voor mij.

Thomas heeft het in elk geval naar zijn zin. Bij het naar bed gaan vanavond zei hij dat hij niet kon kiezen wat op school het leukste was, omdat hij “eigenlijk alles wel leuk vond”.

 
  Thomas In de bank met zijn klasgenootjes. Hij zit naast Wongani en Linda.
 
 
  Overzicht van de klas. In de loop van de week zullen er waarschijnlijk nog meer kinderen arriveren. Nu zijn ze met z’n tienen.
 
 
  Onderweg naar huis kwamen we mama tegen. Die moest natuurlijk ook alles horen.

Thomas voor het eerst naar “Standard 1”

Het huis voelt leeg. De kinderen waren de afgelopen weken ‘s ochtend altijd al vroeg samen aan het spelen. Anneke gaat rond 7 uur naar het ziekenhuis. Thomas en Marije liepen dan een stukje met haar mee. Als ze terug waren werden vaak al weer de speelspullen uit de zandbak gehaald en gingen “Bob en Wendy” samen aan het bouwen. Altijd hele verhalen en uiteraard werd ik met regelmaat op de hoogte gehouden terwijl ik in de studeerkamer zat te werken.

Met z’n allen op weg naar school voor de eerste schooldag van het nieuwe jaar.

Dat mis ik wel een beetje. Marije is alleen aan spelen met de lego. Thomas is vandaag voor het eerst sinds drieënhalve maand weer naar school. Hij zit nu in Standard 1. Dat is hier de eerste groep van de basisschool. Maar het onderwijssysteem is niet echt vergelijkbaar met Nederland. Hier gaan ze er gelijk vol tegenaan met rekenen en taal. Hij moet morgen 10 schriften meenemen, een potlood en een gum. En we moeten een huiswerkagenda kopen. De schooldag loopt van 7 uur ‘s ochtends tot 3 uur ‘s middags, met een uurtje pauze tussen 12 en 1. We zullen zien hoe het gaat. Waarschijnlijk zullen we hem niet alle alle middagen naar school laten gaan, zodat we hem thuis ook nog wat homeschooling kunnen geven volgens wat hij in Nederland in groep 1 en 2 zou krijgen.

Vandaag was het weer een beetje spannend voor ons allemaal. Hoe zou het gaan? Thomas trok zijn uniform weer aan (en bleek flink te zijn gegroeid in lengte). Om 7 uur liepen we met z’n allen de bekende route naar zijn school. Thomas werd steeds stiller naarmate we dichterbij kwamen. Marije kwetterde vrolijk door dat ze Thomas klas al zag. Nadat we kennis hadden gemaakt met zijn nieuwe leerkracht, Mrs. Caroline Phiri, en aanstalten maakten om weg te gaan, moest Thomas toch wel even huilen. We hopen dat het goed zal gaan en dat hij het weer net zo naar zijn zin zal hebben op school als voor ons verlof.

Thomas moet nog even getroost worden.
Afscheid nemen. De vrouw in het blauw mantelpak is Thomas nieuwe juf, Mrs. Caroline Phiri.

zaterdag 4 september 2010

Presenteren in Nederland: in gesprek met de wereldwijde kerk

Het is ondertussen al weer even geleden dat we in Nederland onze presentaties hielden over het werk hier in Malawi. We vonden dat een voorrecht om te mogen doen. We vinden het een belangrijk onderdeel van ons werk om door te geven wat christen zijn en kerk zijn in Malawi inhouden.

   
  Volle zaal bij de presentatie-avond in Oud-Beijerland
   
  Anneke aan het woord bij de presentatie voor de pauze.
 
  In gesprek met de aanwezigen in de workshops na de pauze.

Tijdens de eerste paar kerkdiensten die we in Nederland mee maakten viel het ons op hoe vaak benadrukt werd dat we als christenen in Nederland een minderheid zijn geworden die zich moet verdedigen waarom ze nog geloven. Geloven is moeilijk geworden. Voor ons was dat aanleiding om in onze presentaties te benadrukken dat dat wereldwijd gezien maar een deel van de waarheid is over het christendom. Wereldwijd is de kerk vooral een groeiende, jonge en springlevende gemeenschap.  En in Afrika ook nog eens overal zeer zichtbaar aanwezig (waar ter wereld bidden buschauffeurs voor het begin van hun reis samen met de medepassagiers? Waar ter wereld hoor je Michael W. Smith in de winkel?).

Wat ons betreft betekent dat, dat we als christenen altijd met twee woorden moeten spreken als het gaat over de kerk: in Nederland wordt de kerk misschien kleiner, wereldwijd wordt ze alleen maar groter en groter.

Wij zijn namens de kerk in Nederland uitgezonden om binnen de presbyteriaanse kerk in Malawi te helpen bij het vinden van de juiste woorden en daden voor de Bijbelse boodschap in de taal, cultuur en omstandigheden van Malawi. De neiging is groot om daarbij primair te denken dat wij iets komen brengen wat er nog niet is in Malawi of in elk geval wat er heel schaars is. En dat is natuurlijk ook zo: het artsentekort in Malawi blijft onverminderd groot en organisatie-adviseurs zijn schaars en/of duur.

Toch benadrukten we in onze presentaties dat onze aanwezigheid in Malawi niet alleen een kwestie is van het brengen van een set kennis en vaardigheden. Onze aanwezigheid betekent ook iets voor Nederland. Malawi heeft ons ook iets te bieden. We brachten tijdens onze presentaties dan ook altijd een aantal ‘cadeaus’ mee uit Malawi. Die kwamen neer op de volgende punten.

  1. Allereerst een herhaling van het eerder genoemde punt: er is reden voor hoop, de kerk wereldwijd groeit. Als voorbeeld: onze kerk is tussen 1980 en 2010 gegroeid van 20 naar 170 gemeenten. En gemeenten mogen zich pas gemeente noemen als ze minimaal 500 leden hebben. Deze cijfers zijn in lijn met trends in hele Afrika.
  2. Als we iets van de Afrikaanse kerk mogen leren is het wel dat kerkdiensten een feest mogen zijn waar je met je hele(!) lichaam en ziel aan mee kunt doen.
  3. Verder kunnen we leren van de vanzelfsprekendheid van het geloof. Die is in Malawi groot. Niemand schaamt zich om christen te zijn. Gebed heeft een vanzelfsprekende plek in alle dingen van het alledaagse leven. Graag zouden we manieren vinden om die vanzelfsprekendheid aanstekelijk te laten zijn. Dat zal misschien moeilijk zijn in onze post-christelijke samenleving, maar het zou mooi zijn als we ons konden laten meenemen in het Afrikaanse enthousiasme
  4. We kunnen leren van de vormen van kerk-zijn die in Malawi zijn gegroeid. Bijvoorbeeld van de manier waarop het onderling pastoraat wordt vormgegeven. Op zondagmiddag zijn er kerkdiensten in de secties van elke wijkgemeenten. Gewoon bij mensen thuis. Diensten met zo’n 20-30 mensen. Na die dienst worden de pastorale zaken van de sectie besproken en worden bezoekjes gepland. Daarbij wordt iedereen die aanwezig is ingeschakeld – ouderling, diaken of gewoon gemeentelid, dat maakt niet uit. De bezoeken worden dan vaak direct na de dienst uitgevoerd. Als we in Nederland zoeken naar de invulling van de tweede dienst, is hier een goed idee.
  5. Tot slot krijgen we vanuit het predikantentekort in Malawi een nieuwe blik aangereikt op de rol die gewone gemeenteleden kunnen en mogen spelen in de eredienst. In de kerk waar wij werken wordt 85% van de diensten van A tot Z, inclusief de preek volledig verzorgd door ouderlingen in nauwe samenwerking met gewone gemeenteleden. In Nederland hebben nogal de neiging om de ‘ambtelijkheid’ van de kerkdienst te benadrukken. Van onze Afrikaanse broeders en zusters leren we dat we daar echt wel wat ontspannener over mogen zijn.

Naast onze presentaties zijn we ook geïnterviewd door eo.nl. Op basis van de interview en van opnames bij één van onze presentatie-avonden is een documentaire gemaakt. Die is op 24 juli 2010 uitgezonden binnen het kader van de EO-zomerserie “Mensen met een missie”. De uitzending is hier nog terug te luisteren.

Voorafgaand aan ons verlof heeft Martijn ook nog aardig wat tijd gestoken in het schrijven van een artikel voor het blad Wapenveld. Het heeft als titel “Efeze in Afrika” en gaat over de manier waarop onze ervaringen in Malawi relevant zijn voor Nederland: welke lessen kunnen we in Nederland leren van de wereldwijde kerk. Dat is een onderwerp waarover we graag in gesprek blijven.