dinsdag 29 december 2009

Kerstvakantie

We doen deze week rustig aan. Op 25 en 26 december vierden we Kerst. Op de 27e was Anneke jarig. Gisteren zijn we een dagje weg geweest naar Livingstonia, één van de historische missieposten in Malawi, ongeveer 2.5 uur rijden hier vandaan.

De rest van de week werken we halve dagen en gebruiken de rest van de tijd voor (administratieve) klussen in en om het huis. En daarnaast proberen we een jaarverslag op papier te zetten.

Aan het eind van de week komen Erik en Naomi de Jonge, vrienden van ons uit Nkhoma (in het midden van Malawi), om oud- en nieuw te vieren. Met hen zullen we ook nadenken over een thema voor een conferentie die we begin mei 2010 hopen bij te wonen. We denken eraan om iets te doen dat past binnen het kader van de viering dat het 100 jaar geleden is dat in Edinburgh een grote zendingsconferentie werd gehouden die van grote invloed is geweest op de ontwikkeling van het denken over zending en de uitvoering van zending.

Hieronder een paar foto’s voor een indruk van de afgelopen dagen.

  image
  De regentijd is nu echt begonnen, een maand later dan gebruikelijk. Een grote opluchting voor de mensen hier.
  image
  Eerste kerstdag: diner met Reinder en Colinda Bil bij ons thuis
  image
  Thomas speelt nog altijd graag met vliegtuigen.
  image
  Marije houdt van kaarsjes uitblazen. Hier probeert ze van een meter afstand de lichtjes van de kerstboom uit te blazen.
  image
  Tweede kerstdag: diner met ons in-en-om-het- huis-personeel.
  image
  27e december: Annekes verjaardag. Ze heeft een fiets gekregen. Met name om Thomas mee naar school te brengen. We hebben een kinderzitje laten maken. Dat heb ik vandaag geplaatst.
  image
  Thomas en Marije genieten van het fietsen.
  image
  Watervallen bij Livingstonia
  image
  Uitzicht op het meer vanaf het Livingstonia-plateau.

zaterdag 26 december 2009

Hoe vieren mensen in Malawi Kerst?

Kerst begint met de kerstnachtdienst. Die doet zijn naam eer aan en duurt tot diep in de nacht. Het is een afwisseling van koren, gedichten, samenzang en meditaties. De liederen die gezongen worden door de koren zijn veelal eigen composities, maar in de samenzang komen alle bekende kerstliederen langs: Komt allen tezamen, Eer zij God in onze dagen, enz. Uiteraard wel in het Chitumbuka.

Op 25 december is er ‘s morgens een kerkdienst die officieel om half negen begint. Wij waren er deze keer klokslag half negen, want het zou een gecombineerde Engels/Chitumbuka dienst zijn (normaal hebben we hier twee kerkdiensten ‘s ochtends, één in het Engels, één in het Chitumbuka). We dachten dat we vroeg moesten zijn omdat we anders geen zitplaats zouden hebben. Om half negen was er echter nauwelijks nog iemand te bekennen. Om negen uur begon het er een beetje op te lijken en rond half tien begon de dienst echt.

Helaas hadden de koren na de lange nacht ‘s morgens zichzelf vrijaf gegeven. Aan de andere kant zorgde dat ervoor dat we zelf veel kerstliederen konden zingen. Thomas en Marije genoten er ook van. De preek ging erover dat Kerst zonder Christus geen feest kan zijn.

In tegenstelling tot wat je misschien zou verwachten heeft Kerst in Malawi ook een commerciële kant. Natuurlijk is het veel minder dan in Nederland en het begint ook lang niet zo vroeg. Toch was het donderdag heel erg druk in de winkels met mensen die kerstinkopen aan het doen waren. Want Kerst betekent ook hier: een luxe kerstdiner. Luxe betekent vaak: rijst met bonen en vlees en misschien een flesje coca-cola. Veel bedrijven geven hun werknemers deze ingrediënten in hun kerstpakket of anders een tegoedbon om die dingen zelf te kopen bij een lokale supermarktketen.

Maar verder gaat het gewone leven ook op eerste Kerstdag gewoon door. Mama Ellen vertelde ons dat ze ‘s middags gewoon hard aan de slag zou gaan op haar land om maïs te planten. De eerste echte regens zijn hier namelijk nu eindelijk gevallen. En voedselzekerheid heeft gewoon prioriteit. Zelfs al is het Kerst.

dinsdag 22 december 2009

Toch echt een ramp

“Eigenlijk valt het bestwel mee. Heb ik op het weblog niet overdreven?”, was mijn eerste gedachte toen we Karonga binnenreden. Ik was vanmorgen vroeg op pad gegaan samen met enkele leden uit het Synode-bestuur om het getroffen gebied te bezoeken. Ik verwachtte bij het naderen steeds meer ingestorte huizen te zien en op de rampplek ontredderde mensen die proberen huisraad uit de puinhopen te ruimen…

Maar dat was niet wat we zagen. Eigenlijk zag je niet zoveel op het eerste gezicht. In Malawi zien zoveel huizen er sowieso bouwvallig uit – voor Nederlandse begrippen. Dus dan valt niet elke scheur direct op. Maar na enkele uren te hebben rondgekeken op verschillende plekken en na met de mensen te hebben gesproken, was mijn conclusie: “Overdreven? Nee, dit is inderdaad precies wat ik schreef: een stille ramp”. Hieronder een beeldverslag met uitgebreide toelichting.

image
De eerste beelden bij aankomst: ingestorte muren bij een tankstation.
 image
Met daarachter een huis waarvan de muur gedeeltelijk is ingestort. De mensen bivakeren onder het afdakje ernaast, samen met de huisraad die ze uit hun huis hebben gehaald.
image
Vervolgens gingen we door naar het huis van een getroffen gepensioneerde predikant. De zijgevel was er aan één kant uitgevallen…
image
…en aan de andere kant staat dat op het punt te gebeuren.

Mensen leven in grote onzekerheid en angst, omdat de seismologen hebben aangegeven dat de aardkorst in het gebied nog steeds onrustig is. De schok van zondag was al de derde grote schok in twee weken. Bij elke schok ontstaan nieuwe scheuren en gaan er steeds meer huizen onderuit.
 
image
Daarom slapen mensen nu elke nacht buiten. In zelfgemaakte “tenten” van bamboe en riet. Mensen vertelden ons bang te zijn om opnieuw te moeten meemaken dat je huis ‘heen en weer gaat alsof je in een boot op het meer zit’.
image
Uiteraard bezochten we ook een aantal getroffen kerken. Ook hier was de schade groot. Variërend van omgevallen zijmuren…
image
…tot een ingestorte toren.
image
Maar in veel gevallen is de schade niet zo heel zichtbaar. Het gaat dan vaak om scheuren in muren. Maar wie kan zeggen hoe stabiel de muur dan nog is? Is het veilig om naast zo’n muur te slapen of school te houden of een kerkdienst?
Het komt erop neer dat het gebouw – ook al is het niet volledig ingestort – toch volledig onbruikbaar is geworden.
image
Wat kunnen we doen? We proberen er te zijn, mensen hun verhaal te laten vertellen en met ze te bidden.
image
Sommige mensen – de rijkere – hebben besloten om Karonga te verlaten en naar veiligere oorden te verhuizen. Ze willen niet nog een keer met een aardbeving worden geconfronteerd waarin al hun spaargeld in één klap op gaat.

Op de foto staat links Mr. Kabaghe over wie ik gisteren schreef. Hij vertelde me dat hij niet meer in zijn huis kan wonen en dat hij verwacht dat het bij de volgende beving helemaal instort. Hij was net drie maanden met pensioen. Hij is nu op zoek naar een huis in Mzuzu.
image
Voor de meeste mensen is verhuizen echter geen optie. Zij zullen verder moeten leven op hun huidige plek. Met scheuren in de muur. Zonder hoop op voldoende steun om hun huis goed te herbouwen. Met het risico dat het binnen nu en een paar jaar alsnog in elkaar stort.

Dat is wat ik noem een stille ramp: drie aardbevingen na elkaar zorgen voor honderdduizenden huizen vol verborgen gebreken zonder de mogelijkheid van een bouwtechnische keuring.

We hopen dat de mensen in Karonga en omstreken in elk geval snel weer rustig kunnen slapen. Zonder angst. Onder een veilig dak.

maandag 21 december 2009

Een stille ramp

Het is gek hoe dat werkt: een ramp wordt pas echt een ramp als je iemand kent die er persoonlijk over vertelt.

Tenminste zo ervaarde ik het afgelopen zondag. Ik zou ‘s morgens vroeg om 6 uur vertrekken om een kerkdienst bij te wonen in Karonga, zo’n 3 uur rijden hiervandaan. Een speciale kerkdienst waarin het strategich plan van de gemeente zou worden gelanceerd.

Zondagnacht werden we om kwart over één ‘s nachts wakker van een aardbeving. Heftiger dan de aardbevingen die we tot nu toe hier hadden meegemaakt (en die waren al zo heftig dat we niet wisten of we het huis uit zouden moeten rennen). Ik belde ‘s ochtends daarom ook eerst maar met Mr. Kabaghe, voorzitter van de planningscommissie op wiens uitnodiging ik zou komen. Ik vroeg hem hoe het ging. “We zijn langzaam aan het bijkomen”, vertelde hij. “Ik kan sinds vannacht niet meer in mijn huis wonen. Ik ben nu aan het kijken of we de kerkdienst door laten gaan, want de meeste mensen zijn toch vooral bezig met het verzorgen van gewonden en het opnemen van de schade. Ga voorlopig nog maar niet op pad.”

Toen ik hem een uur later weer belde, had hij meer informatie: “Het ziekenhuis ligt vol met gewonden. Er zijn 2 doden gevallen. En heel veel mensen zijn dakloos geraakt. Verder weet ik inmiddels dat de kerktoren van onze kerk is ingestort. En ook de muur om de kerk.”

We waren erg geschokt door dit bericht. Je realiseert je ineens hoe erg het is. Deze man is gepensioneerd. Heeft zijn levenlang hard gewerkt om in zijn eigen huis van zijn ‘oude dag’ te kunnen genieten. Huizen zijn hier de enige vorm van pensioenvoorziening: iedereen met een baan probeert in zijn geboortedorp een goed huis neer te zetten. Hoe meer je verdient hoe beter het huis zal zijn. Maar een aardbeving maakt geen onderscheid. En zo zijn meer dan honderdduizend mensen – naar het zich nu laat aanzien – de vrucht kwijt van jarenlang ploeteren. En geen verzekering of regering die een cent zal bijdragen aan de herbouw.

Morgen hoop ik Mr. Kabaghe op te zoeken. Ik ga met het Synode-bestuur naar de rampplek om ons meeleven te tonen. We kunnen niet veel meer doen dan dat.

Maar ondertussen is er nog heel veel nodig: voedsel en tenten met name.De hulpverlening komt maar heel traag op gang. Om de een of andere reden wil de regering het gebied maar niet tot rampgebied verklaren. Zit vast een ingewikkeld politiek verhaal achter, maar ondertussen moeten wel honderdduizenden mensen buiten leven. In angst en onzekerheid: “Wanneer komt de volgende klap?”. Want seismologen geven aan dat de aardkorst nog wel een tijd onrustig kan blijven.

Eigenlijk is het dan een stille ramp dat de aardbevingen ‘maar’ middelmatig krachtig zijn (5-6 op de schaal van Richter). Een hele grote aardbeving trekt altijd veel aandacht en hulp. Nu is het echter een hele serie van middelgrote aardbevingen die telkens een beetje meer schade veroorzaken. Langzaam wordt er steeds meer gesloopt, maar het aantal doden en gewonden is telkens relatief ‘klein’, zodat er weinig druk is om snel te reageren.

We hopen en bidden dat de aardbevingen verder uit zullen blijven en dat de mensen snel geholpen zullen worden. We zijn dankbaar voor de wetenschap dat op vele plekken op deze wereld meegebeden is en meegebeden wordt.

woensdag 16 december 2009

Kinderarbeid

Malawi was pas geleden in het nieuws omdat bekend was geworden dat er heel veel kinderen werkzaam zijn in het plukken van tabak. Daarbij lopen vele van hen nicotine-vergiftiging op: een dag plukken staat gelijk aan het roken van 50 sigaretten!

Kinderarbeid is in Malawi nog een veel voorkomend verschijnsel. En dan praten we niet over kinderen die op het land moeten helpen in het zaai- en oogstseizoen. Dan praten we over echt werk. Voor echt geld (of juist niet…).

Onderliggende oorzaak voor kinderarbeid is natuurlijk armoede. Vaak zien ouders geen andere manier om rond te komen dan hun kinderen uit werken te sturen. Maar daarbij speelt ook een rol dat ouders en kinderen geen belang hechten aan onderwijs.

“Waar is dat nu eigenlijk goed voor? Kun je meer verdienen of een betere baan vinden door je basisschool af te maken? Je kunt beter vroeg trouwen of een bedrijfje proberen te beginnen…” En ik geef ze eigenlijk niet eens ongelijk: banen zijn heel schaars in Malawi en voor de meeste mensen op het platteland een onbereikbaar ideaal.

Maar op de langetermijn en voor het land als geheel is het natuurlijk erg schadelijk als maar 50% van de kinderen de basisschool afmaakt. Iets wat nu het geval is.

Vorige week hielp ik Rev. Mughogho, de directeur van de jeugd-afdeling, met het maken van een financieringsvoorstel voor een project op het gebied van de bescherming van kinderen tegen allerlei vormen van uitbuiting.

De kerk wil zich graag inzetten voor de zwakkeren in de samenleving. Concreet gaan we drie dingen doen (als de financiering inderdaad wordt toegekend):

  1. We willen ouders bewust maken van de pijn die ze hun kinderen doen met kinderarbeid. Daarbij willen we de kinderen zelf aan het woord laten, bijvoorbeeld door ze hun situatie te laten uitbeelden in een drama-stuk dat ze opvoeren voor de gemeenschap.
  2. We willen psycho-sociale hulp bieden aan kinderen die slachtoffer zijn van kinderarbeid of andere vormen van uitbuiting. Om niet afhankelijk te zijn van schaarse sociale werkers van de overheid, willen we dit doen door geschikte jongeren uit de lokale kerkelijke gemeenten op te leiden om met kinderen in gesprek te gaan.
  3. We willen een bijdrage leveren om oorzaken van kinderarbeid weg te nemen, bijvoorbeeld door ouders te helpen om hun land meer te laten opbrengen zodat kinderarbeid niet meer nodig is om het inkomen aan te vullen.

Het is de bedoeling dat we nu hiermee starten in twee gemeenten. Daar willen we leren hoe we deze benadering kunnen laten werken. Dan willen we het programma in alle 170 gemeenten introduceren.

Ambitieus? Ja, maar als je klein denkt, zal het nooit groot worden.

maandag 7 december 2009

Thomas voor het eerst naar school

Een nieuwe fase voor ons als gezin. Thomas is vandaag voor het eerst naar school gegaan. We vonden het best spannend hoe het zou gaan. Een paar maanden geleden moest hij er niets van weten en was hij erg afwerend naar andere kinderen toe. In redelijk korte tijd is dat zomaar veranderd en kreeg hij steeds meer zin in school. Wij zien dat echt als een gebedsverhoring.

Gisteravond toen we hem vroegen wat hij ging leren, zei hij zonder er over na te hoeven denken “presentaties”. Als het aan hem ligt kun je daar niet vroeg genoeg mee beginnen. En verder wil hij Pietje Puk leren lezen. Daarna wordt hij overigens timmerman.

Vanmorgen (om half zeven) gingen we hem met ons allen wegbrengen. Heel dapper liep hij in zijn uniform – met vouw in zijn broek – en glimschoenen naar school. Bij het afscheid moest hij even huilen. Vanavond in bed vertelde hij me dat hij zich toen zo ‘zonder’ voelde. Maar verder was het heel goed gegaan. Toen wij hem op kwamen halen zat hij gezellig met de andere kinderen op de mat. Eigenlijk wilde hij nog niet weg. Hij was ook verontwaardigd dat hij morgen niet weer mag. We willen hem om te beginnen maar drie keer per week brengen. En verder was hij ook wel een beetje teleurgesteld dat hij nog niet had leren schrijven.

  IMG_0339
  Thomas’ klasje
  IMG_0343
  Pepernoten eten bij ‘tea time’.
  IMG_0353
  Een trotse vader met een grote zoon.

“Ik heb zo’n zin om naar school te gaan…”

  image
  Zondagavond: statieportret in schooluniform.
  image
  ‘s Morgensvroeg (6.40u) net voor vertrek nog even een foto op de veranda.
  image
  En dan eindelijk op weg.
  image
  Een kwartiertje later zijn we bij ‘Wukani Silverheights’, Thomas’ school.
  image
  Ontvangst in het kantoortje van de ‘headmaster’. Thomas mag speelgoed uitzoeken.
  image
  Iets meer spanning net voor we hem achterlaten.

Vooral de stilte valt op als ik thuis kom. Normaal hoor ik altijd Thomas bezig op de achtergrond. Bezig met motorrijden, eten koken, bomen om zagen, struiken kaal plukken. En natuurlijk de onontkoombare onenigheden met zijn zusje over speelgoed dat hij nu net wilde gaan gebruiken…

Thomas is naar school. Zijn eerste schooldag. Hij heeft er weken naar uitgekeken. Hij wil graag groot zijn en is er trots op dat hij nu eindelijk naar de school mag waar zijn vriendjes Gomezgani, Tahila en Beauty ook naar toe gaan. Hij mag nu nog niet in hun klas – zij zitten één groep hoger – maar “als ik hard leer, dan mag ik ook bij Gomezgani”.

Ik heb zo’n zin in naar school gaan”. Natuurlijk was hij ook reuzentrots op zijn uniform. Sinterklaas heeft zijn uitrusting dit weekend aangevuld met een paar zwarte schoenen en een drinkbeker. Zondagavond moest alles alvast zorgvuldig in zijn rugtas worden gedaan: twee schriften, een potlood, een pen, een drinkbeker met water en een doosje met wat te eten voor in de pauze. Net als de andere kinderen. De beker moest wel wat leger, want anders werd de tas te zwaar.

Ik heb zo’n zin in naar school gaan”. We waren er erg blij mee. We hadden er niet op durven hopen drie maanden geleden. Toen was het voortdurend “Ik leer wel thuis lezen”, “Ik hoef niet naar school”. Nu kon hij niet wachten. Toch blijft het spannend voor ons en ik had me niet gerealiseerd  dat ouders bij de eerste schooldag waarschijnlijk net zo zenuwachtig zijn als hun kinderen. Zal het goed gaan? Zal hij het naar zijn zin hebben? Voelt hij zich veilig? Wukani Silverheights is een kleine Engelse school met in de nursery – Thomas’ klas – twee leerkrachten op misschien tien, vijftien kinderen. Maar hij blijft wel het enige blanke kind op de hele school. We hopen en bidden dat hij zich er snel thuis zal voelen.

Ik heb zo’n zin in naar school gaan”. Een beetje grootspraak natuurlijk ook. Uiteraard waren er tranen bij het vertrek, maar we hebben wel vertrouwen in de headteacher: ze werkt al twaalf jaar op deze school en heeft heel wat kinderen hun eerste schooldag ontvangen. Ik ben benieuwd hoe het zal gaan vanochtend. Gisteravond vertelde Thomas bij het op bed  leggen dat hij mij morgen bij het naar huis lopen wel zou vertellen wat de juffen hadden gezegd. Daar had hij veel zin in. We zullen het zien.

donderdag 3 december 2009

Telkens weer geraakt door HIV/AIDS

Het is doodstil in de kerk. Ik hoor alleen het geluid van een haan die kraait. Die trekt zich niets aan van de één minuut stilte.
Om de week hebben we in Ekwendeni een dagopening met alle afdelingen van de kerk: het ziekenhuis, de HIV/AIDS afdeling, de Theologische Hogeschool, het Leken Trainingscentrum, de zondagschool-, evangelisatie, ontwikkelings- en jeugdafdeling. Omdat het AIDS memorial day was, mocht de HIV/AIDS afdeling de opening leiden. Mphatso, de directrice van deze afdeling had enkele verzen uit Lucas 4 als tekstgedeelte gekozen. “…to preach good news to the poor……release the oppressed…”. Een parallel van het tekstgedeelte tijdens onze uitzenddienst. Vervolgens vroeg ze zich af hoe we als kerk aan deze opdracht gehoor geven. En denk dan niet bij de kerk aan de dominee, maar aan jezelf. Ze deelde ook dat ze nog dagelijks de pijn voelde van dat haar zusje veel te jong was overleden aan de gevolgen van AIDS. In de minuut stilte was er voor iedereen genoeg om over na te denken. Iedereen is op zijn minst affected door HIV/AIDS.

Ik besluit om extra aandacht te geven aan een vrouw met HIV en tuberculose, die al enkele weken is opgenomen en nauwelijks opknapt. Ze lijkt haar hoop te hebben verloren, nadat ze een kind aan AIDS verloor. Ik wil dat we als team samen met haar vechten.

De week ervoor zag ik dagelijks een vrouw op de private ward met een ernstige infectie. Zij was de vrouw van een bekend iemand in Ekwendeni, waarvan ook algemeen bekend was – maar het werd wel gefluisterd - dat hij aan AIDS was overleden. Deze vrouw ontkende alles en wilde niet getest worden. Na lange gesprekken met de verpleegkundige heeft ze het toch gedaan en ze bleek positief. Tot mijn verbazing was ze de dag daarna veel opgewekter. Kennelijk had dat zwaard al lang boven haar hoofd gehangen en was het beter te weten dan te vrezen. Nu kon ze direct met HIV-remmers beginnen. Toen ik haar ontsloeg danste ze al zingend door de kamer. De verpleegkundige en ik deden mee. Een mooi moment.

vrijdag 27 november 2009

Preken

Ik kwam om vijf over acht aan. Best op tijd, want de kerkdienst zou om acht uur beginnen. Onderweg had ik nog twee mensen opgepikt. Een man en een vrouw. Aan hun zwart-witte uniformen te zien leden van de mannen- en vrouwenvereniging. De weg ging over prachtige heuvels en dalen. Ik bedacht me dat de fiets die ik pas samen met de predikant had uitgezocht – een cadeau uit Nederland – slechts beperkt zou helpen. “It helps halfway”, bevestigde hij later desgevraagd. Heuvelaf bedoelde hij, want we zagen heel veel fietsers naar boven lopen. Een aardig deel ook onderweg naar onze kerkdienst.

Het zou mijn eerste keer worden. Preken. Ik had de boot lang afgehouden, onder het motto dat ik daar niet voor ben opgeleid. Maar dat argument is hier niet heel indrukwekkend. In de meeste kerkdiensten gaat sowieso geen predikant voor. Daarvan zijn er veel te weinig. De Presbyteriaanse kerk in Noord-Malawi heeft 165 gemeenten, met zo´n 1150 preekplekken (die hier overigens prayerhouses heten) en ongeveer 130 predikanten. In 90% van de diensten gaan dus leken voor. Kortom, dit werd mijn eerste preek. Ik hoefde me niet te bekommeren om de liturgie. Dat zijn hier twee afzonderlijke dingen: één iemand – meestal een ouderling (m/v) – leidt de dienst, een ander (m/v) verzorgt de preek.

Om acht uur was Reverend (Rev.) Jere, mijn gastheer, echter nog in geen velden of wegen te bekennen. De meeste leden van de vrouwenvereniging waren er wel. Die zetten een lied in terwijl ik nog bezig was mijn auto behoedzaam door de nauwe opening tussen twee bomen door te manoeuvreren. Ik werd begroet door leden van de kerkenraad van dit prayer house. We gingen naar de consistorie-ruimte naast de kerkzaal. Daar mocht ik plaats nemen op één van de twee stoelen. De andere was voor de oudste aanwezige. De rest van de mannen vond plek op een paar stevige takken die in een kring op de grond lagen.

Ik werd voorgesteld door mijn mannelijke bijrijder, die zelf een prominent lid van de kerkenraad was. Hij stelde vervolgens de andere leden voor aan mij. Zo gaat dat hier: je introduceert nooit jezelf, je wordt altijd geïntroduceerd door je gastheer. We spraken wat over de gemeente, terwijl we wachtten op de predikant. Een half uur. Een uur. Anderhalf uur. Langzaam aan verdwenen de meeste mannen uit de consistorie-ruimte om een plek te zoeken in de schaduw van bomen.

Ik nam na verloop van tijd de gelegenheid te baat om een paar foto’s te maken. Een beetje beschroomd, maar tijdens de kerkdienst zou ik het zeker niet aandurven. En een paar plaatjes zou zeker de moeite waard zijn om aan Anneke en de kinderen te kunnen laten zien waar ik was geweest.

   image
  Honga prayerhouse van de gemeente Kapirimtende. De rieten afscheiding aan de rechterkant is de consistorie.
  image
  Wachten tot de predikant arriveert. De mannen met de witte colberts zijn leden van de mannenvereniging.
   image
  De vrouwenvereniging wilde graag een statieportret.
  image
  Laatste voorbereidingen binnen in de kerkzaal.
  image
  …terwijl buiten de gemeenteleden wachten tot de kerkdienst gaat beginnen.

Want dit was toch wel een unieke plek: Honga prayerhouse in Kapirimtende congregation. Kapirimtende, heuvels van de vrede. Een twee jaar oude gemeente, afgesplitst van een moeder-gemeente in Mzuzu, de hoofdstad van de noordelijke regio. Qua leden aantal niet groot, zo’n 500 leden in totaal misschien, maar qua geografie heel uitgestrekt. Voor deze centrale dienst – waarbij de leden van andere preekplekken ook naar dit prayerhouse komen – zullen sommigen zo’n vier, vijf uur moeten lopen.

Om tien voor tien komt Rev. Jere aan. Hij had de nacht van tevoren bij een gemeentelid in de buurt geslapen, maar was ´s morgens bij een ernstig ziek iemand geroepen. Dat gaat natuurlijk voor.

Ondertussen had de kerkenraad besloten dat we dienst buiten zouden houden. Er werd met boomstammen gesleept en er werd een tafel met een aantal stoelen naar buiten gebracht voor predikant en kerkenraad om op te zitten. Ondertussen stelden wij in de kerkzaal de orde van dienst op. En ik ontmoette mijn vertaler, een onderwijzer op de basisschool in de buurt. Een vriendelijke man. Hij had mijn preek al van Rev. Jere op papier gekregen en had zich dus kunnen voorbereiden. Hij zei dat hij verwachtte dat het geen probleem zou zijn. Al was het de eerste keer voor hem om te vertalen.

Dit was een speciale dienst, niet vanwege mij, maar omdat een aantal vrouwen zouden worden geïnstalleerd als lid van de vrouwenvereniging, een aantal jongeren als lid van de jeugdvereniging en bovendien zou er afscheid worden genomen van de voorzitster van de vrouwenvereniging. Er stonden dan ook twee preken op het programma: één van de scheidende voorzitter, één van mij. Oorspronkelijk waren vijf sprekers ingepland, maar dat leek toch niet zo handig gezien het feit dat we twee uur later dan gepland gingen beginnen.

Rond tien uur begon de dienst met zingen, bidden, installatie van nieuwe leden, drie koren, bijbellezen, een preek, een koor, een lied en vervolgens de schriftlezingen voor mijn preek. Met veel vuur voorgelezen door mijn vertaler.

Ik preekte over het thema “I will be with you”, naar aanleiding van Exodus 3 waar Mozes God ontmoet en wordt uitgezonden om het volk Israël uit Egypte te leiden. Ik had voor dit thema gekozen om de boodschap te kunnen doorgeven dat God trouw is en nabij. Hij is “INE NDINE MWENEUYO WALIKO, IK BEN DIE ERBIJ IS”, zegt de Tumbuka vertaling. In de Afrikaanse traditionele godsdiensten is God vooral de Schepper die zich verder niet teveel met het aardse gewemel bezighoudt. Maar onze God is erbij. Hij zoekt mensen op. Ook als ze – net als Mozes – misschien het gevoel hebben mislukt te zijn in hun grootse poging om de wereld te verbeteren. Hij schakelt mensen in. Gewone mensen. God is niet de God van predikanten en priesters, van kerkenraadsleden en verenigingsvoorzitters. Hij is de God die zich laat ontmoeten bij het hoeden van schapen, bij het bewerken van het land, bij het halen van water. Hij is nabij en gaat met ons mee.

Zonder vertaling zou ik ongeveer vijftien tot twintig minuten nodig hebben gehad. Met vertaling duurde het zeker twee keer zolang. Zeker twee keer zolang, want mijn vertaler maakte er een hele show van. Als ik zei dat Mozes alleen was in de woestijn, marcheerde mijn vertaler een paar meter bij mij vandaan om uit te beelden hoe Mozes alleen door de woestijn zou hebben gelopen. Als ik niet het voor predikers gebruikelijke ‘halleluja’ riep, dan deed hij het wel. Als ik een paar mooie retorische herhalingen had voorbereid, merkte ik dat hij na mijn eerste zin al al mijn synoniemen in zijn vertaling had gebruikt.

Kortom, het was een prachtige ervaring. Misschien moet ik er gewichtiger over schrijven, maar ik schrijf toch gewoon dit. Het is mooi om een stuk van het evangelie te kunnen delen met mede-christenen hier in Malawi. Het is nog mooier om het onder een open hemel te doen, met de zon in je gezicht. Zo ervaar je de diversiteit van de wereldkerk aan den lijve. Zo ervaar je de verbondenheid met die ene God die in Malawi net zo dichtbij is als in Nederland. Die in Malawi net zo erbij is als in Nederland.

Rond een uur of half twee was de dienst afgelopen. Dan napraten en gezamenlijk eten. Nsima (maïspap) met kip en groenten. Met de handen. En daarna rond half drie weer terug langs dezelfde schilderachtige route. Dit keer volle bak met achterin uiteraard nog zakken houtskool, tomaten en andere handel – je moet toch van de gelegenheid gebruik maken dat er een auto is om zoiets makkelijk te vervoeren, nietwaar? Een mooie zondag. We genieten ervan.

donderdag 19 november 2009

Zimbabwaanse toestanden

Sinds een week of twee hebben we hier Zimbabwaanse toestanden wat betreft de beschikbaarheid van diesel. We werden er voor het eerst mee geconfronteerd toen we twee weken geleden op bezoek gingen bij vrienden in Nkhoma, in het midden van het land. Toen bleek ineens dat daar al een week niet of nauwelijks meer diesel te krijgen was. Wachttijden van drie tot vijf uur werden genoemd.

Zaterdags gingen voor boodschappen naar Lilongwe (de hoofdstad van Malawi). Onderweg probeerden we bij verschillende tankstations ons geluk. Telkens werden we doorverwezen naar een andere tankstations. Na een stuk of vier pogingen gaven we het op en begonnen ons te verzoenen met een wellicht langer dan gepland verblijf in Nkhoma. ‘s Middags stuitte ik (Martijn) echter bij toeval op een tankstation waar net weer wat diesel was geleverd. Na 3 uur wachten dacht ik mijn tank te kunnen volgooien. Dat bleek echter niet te gaan: de diesel was op rantsoen. Ik mocht voor maximaal 2.000 Malawi Kwacha = 10 liter tanken. “Maar ik moet ermee naar Mzuzu! Dat kan toch niet met 10 liter?”. Ik keek de pompbediende vragend aan.

Het probleem van de beste man was echter dat er niet alleen tientallen auto’s stonden te wachten, maar zeker ook 50 man met jerrycans. En die waren zich inmiddels aardig boos aan het maken over al die patsers in grote auto’s die even 50 of 60 liter in hun tank wilden komen gooien. En één van die blanke patsers presteerde het ook nog om ongevraagd foto’s van hen te maken (zie onder)… Wat denken ze wel…

  image
  In de rij voor de pomp…
  image
  met nog vijftig wachtenden voor u.

De pompbediende gaf me na enig aandringen toch nog 25 liter. Niet voldoende voor de 400 km naar Ekwendeni, maar een begin. We kwamen uiteindelijk thuis omdat we van onze vrienden 20 liter uit hun auto mochten overhevelen. In Mzuzu bleek vervolgens nog wel diesel te zijn en ik heb daar onmiddellijk mijn tank opnieuw volgegooid. Want als de aanvoer van diesel overal in het land een probleem is, dan zal het uiteindelijk ook het noorden van Malawi bereiken. En inderdaad bleek een paar dagen later ook in Mzuzu de diesel op te zijn.

Overigens lijkt niemand zich heel druk of boos te maken om de situatie. En van enige planning hoe om te gaan met de schaarse diesel (bijvoorbeeld ambulances voorrang geven) lijkt geen sprake te zijn. Wijzelf besloten ondanks dat toch maar zuinig te zijn met de halve tank die we nog hebben. Je weet maar nooit. We gebruiken de auto nu zo min mogelijk en reizen deze week met taxi’s naar Mzuzu. Die rijden op bezine. Zolang er tenminste nog voldoende benzine is.

De crisis is te wijten aan een tekort aan dollars, waardoor er geen geld is om rekeningen aan de leveranciers van diesel en benzine te betalen. Malawi importeert diesel uit Tanzania en Mozambique. De import wordt centraal gedaan door een semi-overheidsinstelling die vervolgens de distributie overlaat aan de verschillende benzine-maatschappijen. De benzine-prijs wordt echter centraal vastgesteld. Er is dus geen prijsconcurrentie tussen de verschillende pompen.

Het tekort aan dollars is vervolgens weer te wijten aan een tegenvallende opbrengst van de tabaksoogst dit jaar, waardoor er minder dollars het land in zijn gekomen dan verwacht. Volgens criticasters (waaronder het IMF) ligt het probleem echter ook aan te hoge uitgaven aan kunstmest-subsidies. Dat laatste is een mooi programma om de voedselproductie op een hoger peil te brengen en de president heeft er internationaal ook veel lof (en prijzen) mee geoogst. Maar blijkbaar was de financiering van die subsidies niet helemaal goed geregeld...

In eerste instantie ontkende de regering de problemen, gaf vervolgens de schuld aan de havens in Mozambique en Tanzania waar de tankwagens zouden zijn opgehouden, maar erkende deze week uiteindelijk toch wel dat er een tekort aan dollars aan te grondslag lag. De hele zaak blijft echter met schimmigheid omgeven, want de regering heeft nu een lening van 50 miljoen dollar geregeld om de benzine-rekeningen te betalen, maar wil vervolgens niet vertellen bij wie de lening is afgesloten.

En ondertussen heeft de president recent wel een presidentiële jet laten aanschaffen ter waarde van 15 miljoen USD.

Kortom, het zou voer zijn voor de oppositiepartijen in het parlement, ware het niet dat die sinds de verkiezingen in mei dit jaar nog maar 30 van de 190 zetels hebben en dus niet echt een vuist kunnen maken.

woensdag 11 november 2009

Terugkijken bij kaarslicht

   IMGP1380
Thomas en Marije hebben veel plezier met Gomezgani en Tahila
IMGP1355
Op zondag op bezoek bij een kerkje in een dorpje
IMGP1465
Martijns verjaardag
IMGP1539
Strategic planning van de Youth afdeling
IMGP1554
Marije ontdekt wat regen is. Nog leuker is het om met je blote voeten de plassen in te lopen

De eerste regens zijn gevallen. Gevolg is direct dat de stroom uit is. Bij het licht van een kaars en werkend op mijn accu toch een weblogstukje. In de hectiek van de laatse weken is het er niet echt van gekomen. Maar het is wel goed om even weer even dingen op een rij te zetten.

Om te beginnen dit keer: het gaat erg goed met Thomas en Marije. Ik heb vandaag Thomas ingeschreven op een Engelstalige school in Ekwendeni. We hebben direct een paar schriftjes gekocht. Eigenlijk kan hij niet meer wachten. Bijna elke middag komen er nu een paar kinderen spelen met wie ze veel plezier hebben. Deze kinderen zitten ook op deze zelfde school.

Marije wordt ook steeds groter en kan nu net ook op een motorfietsje rijden. We zijn verbaasd hoe snel ze vooruit gaat. Met wilskracht kom je een eind.

In het ziekenhuis was het de afgelopen weken erg onrustig. Het personeel is ontevreden over het management. En daarnaast is er iemand op heterdaad betrapt bij het stelen van medicijnen. Deze man heeft tegen te politie gezegd dat hij in opdracht handelde van een van de clinical officers. Deze clinical officer werd dus opgepakt. En op diefstal staat hier een gevangenisstraf van vier tot zeven jaar. We hopen dat dit niet zal gebeuren, maar het houdt de gemoederen – ook die van mij – erg bezig. Wat ook erg moeilijk is dat je nu niet goed weet wie je kunt vertrouwen. Ik ben wel erg blij met de hulp van Colinda Bil, een pas afgestudeerde arts uit onze gemeente in Delft. Zij kwam op het juiste moment.

Martijn heeft weer intensieve dagen gehad met de strategic planning van de Youth afdeling.

Het afgelopen weekend zijn we er even tussenuit geweest naar Nkhoma, de plaats waar we in 2004 stage liepen en verschillende vrienden hebben. Daar hebben we allemaal erg van genoten.

zaterdag 10 oktober 2009

Weekendje weg, 1 jaar Malawi en Thomas’ vierde verjaardag

Afgelopen weekend zijn we een paar dagen weg geweest. We zouden eerst naar het Nyika-plateau gaan, een groot natuurpark op 2000 meter hoogte, niet zo heel ver hier vandaan. Na 4 uur rijden over zandpaden kwamen we aan bij de locatie. Daar bleek een fout te zijn gemaakt met de boeking: alle kamers waren bezet. En de camping was net afgebrand door onvoorzichtige gasten. Aangezien Nyika echt middle-of-nowhere is, zat er niets anders op dan om rechtsomkeerd te maken en weer 4 uur terug naar huis te rijden. De kinderen deden het echter uitstekend en speelden heerlijk tijdens de tussenstops. Het was geen verloren dag.

   image
   image
  image
   image
  image
  image

De volgende dag zijn we toen vertrokken naar het meer. We wisten gelukkig nog een leuk huisje te regelen. Daar hebben we genoten van het meer en het spel van de kinderen. Ondertussen hadden we in de avonden ook tijd om samen uitgebreid ons eerste jaar in Malawi te evalueren. We zullen daar tzt nog wel iets over op de website en in de nieuwsbrief zetten. Een soort jaarverslag. We laten het hier bij een foto-impressie van ons verblijf.

  image
  image
  image 
   image
  image
   image
  image
   image
   image
   image

We vierden tijdens het weekend ook Thomas vierde verjaardag. Hij was daar dit jaar voor het eerst heel bewust mee bezig: hij wist vooral heel goed wat hij wilde hebben. Hij had wat dat betreft ook veel geluk, want er waren heel wat cadeautjes verzameld de afgelopen tijd. Er waren nog dingen uit de zeebagage die oorspronkelijk van voor zijn 3e verjaardag waren bedoeld. Er waren cadeaus die opa’s en oma’s hadden achtergelaten bij hun bezoek. Er was een pakketje van het thuisfront uit Delft. En deze week kwam er ook nog een hele grote doos met pakjes uit Oud-Beijerland aan. We hebben alles maar heel gedoseerd aangeboden zodat hij alle tijd had om ervan te genieten. Iedereen heel erg bedankt voor het meeleven!

  image
  image
  image
  image
  image
  image
  image
  image