donderdag 14 januari 2010

Bescheidenheid

Ik ben deze week aan het lezen in het boek The Next Christendom van Philip Jenkins. Een boek dat je blikveld vergroot en daarmee bescheiden maakt.

Het boek beschrijft de trends in de kerk wereldwijd. Het vestigt er de aandacht op dat alleen in het Westen het christendom afkalft. In de rest van de wereld groeit het aantal christenen gestaag of zelfs onstuimig. Natuurlijk was daar tijdens onze zendingsopleiding – met name op All Nations in Engeland – al aandacht voor. Maar het lezen van dit boek scherpt het beeld behoorlijk aan.

Jenkins laat bijvoorbeeld zien dat in de Westerse beeldvorming de omvang en invloed van de christenheid buiten Europa en Amerika altijd grondig is onderschat. Een voorbeeld uit India. Toen in 1500 de Portugese ontdekkingsreiziger Cabral aan land ging in Zuid-India trof hij daar een gemeenschap aan van zo’n 100.000 zogenaamde “Thomas-christenen”. Deze groep was ontstaan uit missiewerk vanuit Perzië en bestond al vele eeuwen. In de loop van de 16e eeuw werden Roomskatholieke missionarissen – met name Jezuïeten – zeer actief met hun zendingswerk in India. Ze werkten aan het hof van de Islamitische Indiase heersers. Ze bleven ruim 200 jaar aanwezig. Toen William Carey – de pionier van het protestantse zendingswerk in India – daar in 1793 aankwam waren er dus al honderdduizenden christenen in India en waren de Roomskatholieken er al 200 jaar actief geweest.

Dit patroon vinden we in vergelijkbare vorm in al die landen waarvan we nu vaak denken dat er tot voor kort nauwelijks christenen waren: China, Japan, en andere Aziatische landen. Jenkins schrijft dan ook – mijns inziens zeer terecht – over de moderne zendingsbeweging die in de 18e eeuw van de grond kwam: “In veel gevallen, zoals in India, China en grote delen van Afrika, werkten christelijke zendingswerkers dus niet in onontgonnen terrein, maar waren ze feitelijk bezig met het heropenen van eeuwenoude en nog steeds bekende mijnen.” (p.42)

Het maakt bescheiden: de christenheid in de rest van de wereld is veel groter dan die in Europa en bovendien is ze al veel ouder dan we geneigd zijn te denken. Misschien iets om aandacht aan te geven in het godsdienstonderwijs in Nederland.

maandag 4 januari 2010

Een moeder sterft onnodig

Ik kom net terug uit het ziekenhuis. Ik werd met spoed geroepen. Helaas te laat. Een in- en in- triest verhaal.

Een moeder beviel thuis van haar 5de kind en verloor veel bloed. Ze werd naar een health centre gebracht. Daar konden ze niet veel doen. De familie is vervolgens de hele dag bezig geweest om transport naar ons ziekenhuis te regelen. Uiteindelijk is dat gelukt. Het kostte hun meer dan een maandsalaris om een auto te huren voor een afstand van 75 kilometer.

Toen ze in het ziekenhuis aankwamen, klopte het hart van de pas bevallen vrouw al niet meer. Tevergeefs heb ik nog een poging gedaan om haar te reanimeren. Haar baby heeft geen moeder meer. We waren er allemaal ontdaan van.

De moedersterfte in Malawi is één van de hoogste ter wereld. En in veel gevallen gaat het om situaties die te voorkomen zijn. Deze vrouw was een tweede vrouw. Kennelijk was het te lastig om haar al een paar weken van te voren naar het ziekenhuis te laten gaan om daar te wachten op de bevalling.

Ook de kwaliteit van zorg in het health centre liet te wensen over. Ze hadden deze mevrouw bijvoorbeeld nog niet eens een infuus (kunnen) geven. En één van de belangrijkste factoren die bijdroegen aan haar overlijden was de vertraging met transport.

We zullen snel een maternal death audit hebben om met verschillende mensen te kijken naar hoe we dit hadden kunnen voorkomen. Ik hoop ook binnenkort met de gezondheids-coördinator van de overheid deze situatie te bespreken. Bijvoorbeeld waarom er in het health centre geen ambulance beschikbaar is. Hopelijk kunnen we er stapje voor stapje zorgen dat dit niet weer een keer gebeurt.

dinsdag 29 december 2009

Kerstvakantie

We doen deze week rustig aan. Op 25 en 26 december vierden we Kerst. Op de 27e was Anneke jarig. Gisteren zijn we een dagje weg geweest naar Livingstonia, één van de historische missieposten in Malawi, ongeveer 2.5 uur rijden hier vandaan.

De rest van de week werken we halve dagen en gebruiken de rest van de tijd voor (administratieve) klussen in en om het huis. En daarnaast proberen we een jaarverslag op papier te zetten.

Aan het eind van de week komen Erik en Naomi de Jonge, vrienden van ons uit Nkhoma (in het midden van Malawi), om oud- en nieuw te vieren. Met hen zullen we ook nadenken over een thema voor een conferentie die we begin mei 2010 hopen bij te wonen. We denken eraan om iets te doen dat past binnen het kader van de viering dat het 100 jaar geleden is dat in Edinburgh een grote zendingsconferentie werd gehouden die van grote invloed is geweest op de ontwikkeling van het denken over zending en de uitvoering van zending.

Hieronder een paar foto’s voor een indruk van de afgelopen dagen.

  image
  De regentijd is nu echt begonnen, een maand later dan gebruikelijk. Een grote opluchting voor de mensen hier.
  image
  Eerste kerstdag: diner met Reinder en Colinda Bil bij ons thuis
  image
  Thomas speelt nog altijd graag met vliegtuigen.
  image
  Marije houdt van kaarsjes uitblazen. Hier probeert ze van een meter afstand de lichtjes van de kerstboom uit te blazen.
  image
  Tweede kerstdag: diner met ons in-en-om-het- huis-personeel.
  image
  27e december: Annekes verjaardag. Ze heeft een fiets gekregen. Met name om Thomas mee naar school te brengen. We hebben een kinderzitje laten maken. Dat heb ik vandaag geplaatst.
  image
  Thomas en Marije genieten van het fietsen.
  image
  Watervallen bij Livingstonia
  image
  Uitzicht op het meer vanaf het Livingstonia-plateau.

zaterdag 26 december 2009

Hoe vieren mensen in Malawi Kerst?

Kerst begint met de kerstnachtdienst. Die doet zijn naam eer aan en duurt tot diep in de nacht. Het is een afwisseling van koren, gedichten, samenzang en meditaties. De liederen die gezongen worden door de koren zijn veelal eigen composities, maar in de samenzang komen alle bekende kerstliederen langs: Komt allen tezamen, Eer zij God in onze dagen, enz. Uiteraard wel in het Chitumbuka.

Op 25 december is er ‘s morgens een kerkdienst die officieel om half negen begint. Wij waren er deze keer klokslag half negen, want het zou een gecombineerde Engels/Chitumbuka dienst zijn (normaal hebben we hier twee kerkdiensten ‘s ochtends, één in het Engels, één in het Chitumbuka). We dachten dat we vroeg moesten zijn omdat we anders geen zitplaats zouden hebben. Om half negen was er echter nauwelijks nog iemand te bekennen. Om negen uur begon het er een beetje op te lijken en rond half tien begon de dienst echt.

Helaas hadden de koren na de lange nacht ‘s morgens zichzelf vrijaf gegeven. Aan de andere kant zorgde dat ervoor dat we zelf veel kerstliederen konden zingen. Thomas en Marije genoten er ook van. De preek ging erover dat Kerst zonder Christus geen feest kan zijn.

In tegenstelling tot wat je misschien zou verwachten heeft Kerst in Malawi ook een commerciële kant. Natuurlijk is het veel minder dan in Nederland en het begint ook lang niet zo vroeg. Toch was het donderdag heel erg druk in de winkels met mensen die kerstinkopen aan het doen waren. Want Kerst betekent ook hier: een luxe kerstdiner. Luxe betekent vaak: rijst met bonen en vlees en misschien een flesje coca-cola. Veel bedrijven geven hun werknemers deze ingrediënten in hun kerstpakket of anders een tegoedbon om die dingen zelf te kopen bij een lokale supermarktketen.

Maar verder gaat het gewone leven ook op eerste Kerstdag gewoon door. Mama Ellen vertelde ons dat ze ‘s middags gewoon hard aan de slag zou gaan op haar land om maïs te planten. De eerste echte regens zijn hier namelijk nu eindelijk gevallen. En voedselzekerheid heeft gewoon prioriteit. Zelfs al is het Kerst.

dinsdag 22 december 2009

Toch echt een ramp

“Eigenlijk valt het bestwel mee. Heb ik op het weblog niet overdreven?”, was mijn eerste gedachte toen we Karonga binnenreden. Ik was vanmorgen vroeg op pad gegaan samen met enkele leden uit het Synode-bestuur om het getroffen gebied te bezoeken. Ik verwachtte bij het naderen steeds meer ingestorte huizen te zien en op de rampplek ontredderde mensen die proberen huisraad uit de puinhopen te ruimen…

Maar dat was niet wat we zagen. Eigenlijk zag je niet zoveel op het eerste gezicht. In Malawi zien zoveel huizen er sowieso bouwvallig uit – voor Nederlandse begrippen. Dus dan valt niet elke scheur direct op. Maar na enkele uren te hebben rondgekeken op verschillende plekken en na met de mensen te hebben gesproken, was mijn conclusie: “Overdreven? Nee, dit is inderdaad precies wat ik schreef: een stille ramp”. Hieronder een beeldverslag met uitgebreide toelichting.

image
De eerste beelden bij aankomst: ingestorte muren bij een tankstation.
 image
Met daarachter een huis waarvan de muur gedeeltelijk is ingestort. De mensen bivakeren onder het afdakje ernaast, samen met de huisraad die ze uit hun huis hebben gehaald.
image
Vervolgens gingen we door naar het huis van een getroffen gepensioneerde predikant. De zijgevel was er aan één kant uitgevallen…
image
…en aan de andere kant staat dat op het punt te gebeuren.

Mensen leven in grote onzekerheid en angst, omdat de seismologen hebben aangegeven dat de aardkorst in het gebied nog steeds onrustig is. De schok van zondag was al de derde grote schok in twee weken. Bij elke schok ontstaan nieuwe scheuren en gaan er steeds meer huizen onderuit.
 
image
Daarom slapen mensen nu elke nacht buiten. In zelfgemaakte “tenten” van bamboe en riet. Mensen vertelden ons bang te zijn om opnieuw te moeten meemaken dat je huis ‘heen en weer gaat alsof je in een boot op het meer zit’.
image
Uiteraard bezochten we ook een aantal getroffen kerken. Ook hier was de schade groot. Variërend van omgevallen zijmuren…
image
…tot een ingestorte toren.
image
Maar in veel gevallen is de schade niet zo heel zichtbaar. Het gaat dan vaak om scheuren in muren. Maar wie kan zeggen hoe stabiel de muur dan nog is? Is het veilig om naast zo’n muur te slapen of school te houden of een kerkdienst?
Het komt erop neer dat het gebouw – ook al is het niet volledig ingestort – toch volledig onbruikbaar is geworden.
image
Wat kunnen we doen? We proberen er te zijn, mensen hun verhaal te laten vertellen en met ze te bidden.
image
Sommige mensen – de rijkere – hebben besloten om Karonga te verlaten en naar veiligere oorden te verhuizen. Ze willen niet nog een keer met een aardbeving worden geconfronteerd waarin al hun spaargeld in één klap op gaat.

Op de foto staat links Mr. Kabaghe over wie ik gisteren schreef. Hij vertelde me dat hij niet meer in zijn huis kan wonen en dat hij verwacht dat het bij de volgende beving helemaal instort. Hij was net drie maanden met pensioen. Hij is nu op zoek naar een huis in Mzuzu.
image
Voor de meeste mensen is verhuizen echter geen optie. Zij zullen verder moeten leven op hun huidige plek. Met scheuren in de muur. Zonder hoop op voldoende steun om hun huis goed te herbouwen. Met het risico dat het binnen nu en een paar jaar alsnog in elkaar stort.

Dat is wat ik noem een stille ramp: drie aardbevingen na elkaar zorgen voor honderdduizenden huizen vol verborgen gebreken zonder de mogelijkheid van een bouwtechnische keuring.

We hopen dat de mensen in Karonga en omstreken in elk geval snel weer rustig kunnen slapen. Zonder angst. Onder een veilig dak.

maandag 21 december 2009

Een stille ramp

Het is gek hoe dat werkt: een ramp wordt pas echt een ramp als je iemand kent die er persoonlijk over vertelt.

Tenminste zo ervaarde ik het afgelopen zondag. Ik zou ‘s morgens vroeg om 6 uur vertrekken om een kerkdienst bij te wonen in Karonga, zo’n 3 uur rijden hiervandaan. Een speciale kerkdienst waarin het strategich plan van de gemeente zou worden gelanceerd.

Zondagnacht werden we om kwart over één ‘s nachts wakker van een aardbeving. Heftiger dan de aardbevingen die we tot nu toe hier hadden meegemaakt (en die waren al zo heftig dat we niet wisten of we het huis uit zouden moeten rennen). Ik belde ‘s ochtends daarom ook eerst maar met Mr. Kabaghe, voorzitter van de planningscommissie op wiens uitnodiging ik zou komen. Ik vroeg hem hoe het ging. “We zijn langzaam aan het bijkomen”, vertelde hij. “Ik kan sinds vannacht niet meer in mijn huis wonen. Ik ben nu aan het kijken of we de kerkdienst door laten gaan, want de meeste mensen zijn toch vooral bezig met het verzorgen van gewonden en het opnemen van de schade. Ga voorlopig nog maar niet op pad.”

Toen ik hem een uur later weer belde, had hij meer informatie: “Het ziekenhuis ligt vol met gewonden. Er zijn 2 doden gevallen. En heel veel mensen zijn dakloos geraakt. Verder weet ik inmiddels dat de kerktoren van onze kerk is ingestort. En ook de muur om de kerk.”

We waren erg geschokt door dit bericht. Je realiseert je ineens hoe erg het is. Deze man is gepensioneerd. Heeft zijn levenlang hard gewerkt om in zijn eigen huis van zijn ‘oude dag’ te kunnen genieten. Huizen zijn hier de enige vorm van pensioenvoorziening: iedereen met een baan probeert in zijn geboortedorp een goed huis neer te zetten. Hoe meer je verdient hoe beter het huis zal zijn. Maar een aardbeving maakt geen onderscheid. En zo zijn meer dan honderdduizend mensen – naar het zich nu laat aanzien – de vrucht kwijt van jarenlang ploeteren. En geen verzekering of regering die een cent zal bijdragen aan de herbouw.

Morgen hoop ik Mr. Kabaghe op te zoeken. Ik ga met het Synode-bestuur naar de rampplek om ons meeleven te tonen. We kunnen niet veel meer doen dan dat.

Maar ondertussen is er nog heel veel nodig: voedsel en tenten met name.De hulpverlening komt maar heel traag op gang. Om de een of andere reden wil de regering het gebied maar niet tot rampgebied verklaren. Zit vast een ingewikkeld politiek verhaal achter, maar ondertussen moeten wel honderdduizenden mensen buiten leven. In angst en onzekerheid: “Wanneer komt de volgende klap?”. Want seismologen geven aan dat de aardkorst nog wel een tijd onrustig kan blijven.

Eigenlijk is het dan een stille ramp dat de aardbevingen ‘maar’ middelmatig krachtig zijn (5-6 op de schaal van Richter). Een hele grote aardbeving trekt altijd veel aandacht en hulp. Nu is het echter een hele serie van middelgrote aardbevingen die telkens een beetje meer schade veroorzaken. Langzaam wordt er steeds meer gesloopt, maar het aantal doden en gewonden is telkens relatief ‘klein’, zodat er weinig druk is om snel te reageren.

We hopen en bidden dat de aardbevingen verder uit zullen blijven en dat de mensen snel geholpen zullen worden. We zijn dankbaar voor de wetenschap dat op vele plekken op deze wereld meegebeden is en meegebeden wordt.

woensdag 16 december 2009

Kinderarbeid

Malawi was pas geleden in het nieuws omdat bekend was geworden dat er heel veel kinderen werkzaam zijn in het plukken van tabak. Daarbij lopen vele van hen nicotine-vergiftiging op: een dag plukken staat gelijk aan het roken van 50 sigaretten!

Kinderarbeid is in Malawi nog een veel voorkomend verschijnsel. En dan praten we niet over kinderen die op het land moeten helpen in het zaai- en oogstseizoen. Dan praten we over echt werk. Voor echt geld (of juist niet…).

Onderliggende oorzaak voor kinderarbeid is natuurlijk armoede. Vaak zien ouders geen andere manier om rond te komen dan hun kinderen uit werken te sturen. Maar daarbij speelt ook een rol dat ouders en kinderen geen belang hechten aan onderwijs.

“Waar is dat nu eigenlijk goed voor? Kun je meer verdienen of een betere baan vinden door je basisschool af te maken? Je kunt beter vroeg trouwen of een bedrijfje proberen te beginnen…” En ik geef ze eigenlijk niet eens ongelijk: banen zijn heel schaars in Malawi en voor de meeste mensen op het platteland een onbereikbaar ideaal.

Maar op de langetermijn en voor het land als geheel is het natuurlijk erg schadelijk als maar 50% van de kinderen de basisschool afmaakt. Iets wat nu het geval is.

Vorige week hielp ik Rev. Mughogho, de directeur van de jeugd-afdeling, met het maken van een financieringsvoorstel voor een project op het gebied van de bescherming van kinderen tegen allerlei vormen van uitbuiting.

De kerk wil zich graag inzetten voor de zwakkeren in de samenleving. Concreet gaan we drie dingen doen (als de financiering inderdaad wordt toegekend):

  1. We willen ouders bewust maken van de pijn die ze hun kinderen doen met kinderarbeid. Daarbij willen we de kinderen zelf aan het woord laten, bijvoorbeeld door ze hun situatie te laten uitbeelden in een drama-stuk dat ze opvoeren voor de gemeenschap.
  2. We willen psycho-sociale hulp bieden aan kinderen die slachtoffer zijn van kinderarbeid of andere vormen van uitbuiting. Om niet afhankelijk te zijn van schaarse sociale werkers van de overheid, willen we dit doen door geschikte jongeren uit de lokale kerkelijke gemeenten op te leiden om met kinderen in gesprek te gaan.
  3. We willen een bijdrage leveren om oorzaken van kinderarbeid weg te nemen, bijvoorbeeld door ouders te helpen om hun land meer te laten opbrengen zodat kinderarbeid niet meer nodig is om het inkomen aan te vullen.

Het is de bedoeling dat we nu hiermee starten in twee gemeenten. Daar willen we leren hoe we deze benadering kunnen laten werken. Dan willen we het programma in alle 170 gemeenten introduceren.

Ambitieus? Ja, maar als je klein denkt, zal het nooit groot worden.