dinsdag 30 maart 2010

Kerkenraad werkt zich in het zweet met oliepers

Ik moest vol in de rem toen ik me realiseerde dat het Reverend Brown Khonje was die hard stond te wapperen met z’n hand. Ik dacht dat ik er voorlopig nog niet was. Ik had de predikant net gebeld dat ik Karonga naderde. Ik dacht dat Lupembe, zijn gemeente, voorbij Karonga lag. Maar nu zag ik hem al ruim voor Karonga langs de weg staan. Hard gebarend dat ik hier moest afslaan.

  image
  Uitgezwaaid door de rest van het gezin.
  image
  De weg naar Karonga is van goede kwaliteit. Voor een veilige aankomst zijn echter ook zijn de kwaliteit van vervoermiddel en bestuurder van belang. Met welke van de twee het hier mis is gegaan, weet ik niet, maar het ziet er niet mooi uit…

Rev. Khonje is regionaal directeur van de mannenverenigingen maar tegelijk gewoon gemeentepredikant. Hij is ook lid van één van de taskforces voor de uitvoering van het strategisch plan van de kerk. Toen we een keer na een taskforce-vergadering zaten na te praten kwam het gesprek op de oliepers die ik al een jaar in de schuur had liggen en die ik eindelijk aan de praat had gekregen. Hij was direct zeer geïnteresseerd want in de omgeving van zijn gemeente worden veel pinda’s verbouwd. Olie daarvan persen zou een interessante business kunnen zijn waarmee de gemeente wat extra inkomsten zou kunnen verdienen. We spraken af dat ik zou langskomen met de oliepers en de groundnuts die ik afgelopen jaar had verbouwd, zodat de gemeente Lupembe zou kunnen doen waarvoor ikzelf geen tijd had: experimenteren met het persen en verkopen van pinda-olie.

Afgelopen dinsdag was het dus zover en toen ik Rev. Khonje zat staan had ik er inmiddels een rit van tweeënhalf uur naar Lupembe opzitten. Na de begroeting reden we samen van de snelweg af richting de kerk en pastorie van Lupembe. Daar werd ik begroet door het moderamen van de kerkenraad en het bestuur van de Planning&Development Committee, de commissie die onder andere verantwoordelijk is voor fondsenwerving. Uiteraard begonnen we de ochtend met een “ontbijt” van thee en cake.

  image
  Ik kreeg de welkomstoespraak op een brief mee naar huis.

Vervolgens werd ik met een officiële toespraak welkom geheten. In mijn antwoord bedankte ik de gemeente voor hun uitnodiging. De gemeente is waar het hart van de kerk klopt. Daarom ben ik blij als ik in gemeenten kan uitleggen waar we op het synode-kantoor mee bezig zijn. En natuurlijk was ik ook blij met hun interesse om aan de slag te gaan met de oliepers. Maar het gaat uiteindelijk niet om het opzetten van een succesvol bedrijfje om groundnut-oil te maken en verkopen. Het gaat om wat we met dat geld willen doen: de gemeenteleden helpen om geestelijk te groeien.

Vervolgens heb ik de werking van de pers gedemonstreerd en mezelf in het zweet gewerkt om een eerste beker met pinda’s door de pers te malen. Mijn voorbeeld werd gevolgd door de leden van de kerkenraad. Langzaamaan gingen steeds meer colberts uit en stropdassen los. Er werd gelijk al druk geexperimenteerd met manieren om de snelheid en de geproduceerde hoeveelheid olie te vergroten. Wat nog lukte ook. Iedereen was enthousiast. En er werd al geïnformeerd naar de mogelijkheden om meer persen te bestellen.

  image
  Experimenteren met de pers.
  image
  Buiten was niet ideaal omdat de wind de vlam die de pers warm moet houden steeds uitblies. Dan maar verder binnen in de pastorie. En ondertussen gaan de colberts uit…
  image
  Rev. Brown Khonje

Ondertussen voerden we op wat kladpapiertjes berekeningen uit van wat de extra inkomsten zouden zijn van persen ten opzichte van gewoon verkopen van de pinda’s. 60% extra omzet is op dit moment de schatting. Niet slecht, zou ik zeggen.

Na de lunch moesten we uiteraard nog even bij het groundnut-veld van de gemeente gaan kijken. Bijna 2 hectare, goed voor zo’n 20 zakken gepelde pinda’s, oftewel zo’n 250 liter olie. Dat zal ongeveer 550 euro opleveren, zo’n 7% van de jaarlijkse begroting van de gemeente.

“Wat gaan jullie met het geld doen?”, vroeg ik nog, terwijl we tussen de pinda-planten doorliepen. “We willen er ons pastoraat mee versterken. Met het geld dat we verdienen willen we het mogelijk maken dat ouderlingen bij pastorale bezoeken iets mee kunnen nemen om de gezinnen die ze zien praktisch en materieel te ondersteunen.” Ik hoop dat het gaat lukken. Als dat zo is, zullen we deze gemeente zeker gebruiken om vergelijkbare initiatieven ook in de andere gemeentes te stimuleren.

  image
  image
  Inspectie van de gewassen.
  image
  Met op de achtergrond Lake Malawi.

2 opmerkingen:

Anoniem zei

Martijn, prachtig om te lezen. Mooi om te horen en zien dat diakonia geen grenzen kent; en altijd inspanning vraagt!
Hgr. Arnoud

inge zei

Prachtige verhalen en beelden. Ik zo zeggen dat alleen al de lol van die dag goed is voor gemeente opbouw.
Waar wordt de pinda olie voor gebruikt? groetjes Inge